Advertentie
Banner website Boekengids v2

Oekraïense literatuur in vertaling: een overzicht

Ondanks haar rijkdom bleef de Oekraïense literatuur tot 2022 grotendeels onontdekt. Uilleam Blacker, universitair hoofddocent aan de UCL en literair vertaler gespecialiseerd in de Oekraïense en Oost-Europese cultuur, geeft een korte geschiedenis van de onderdrukking van de Oekraïense literatuur en een uitgebreid overzicht van de meest lezenswaardige hedendaagse werken en klassiekers.

Besproken boeken

Eind februari 2022 haastten redacteuren en uitgevers over de hele wereld zich om Oekraïense auteurs te vinden om te helpen het slecht begrepen Europese land te duiden dat plotseling wereldwijd in de schijnwerpers stond. Dat bleek niet eenvoudig: vertalingen van Oekraïense literatuur waren schaars en er waren weinig bekende namen om op terug te vallen. Waarom was de literatuur van een van Europa’s grootste landen zo onbekend? De Oekraïense literatuur is immers vrijwel net zo oud als alle andere in Europa – ze heeft haar middeleeuwse teksten, haar indrukwekkende barokke traditie, haar romantici passen in de bredere Europese nationalistische patronen, ze heeft haar realisten en haar avant-garde, haar modernisten en postmodernisten. En toch is ze nauwelijks doorgedrongen tot het literaire bewustzijn van de wijdere wereld. De reden is simpel: Rusland.

Oekraïne is al sinds de zeventiende eeuw een kostbaar koloniaal bezit voor Moskou. Het land heeft overvloedige natuurlijke hulpbronnen, met name de vruchtbare zwarte aarde – zo essentieel voor het voeden van een rijk waarvan de kern een kouder, kaler noordelijk landschap is –, maar ook de steenkool. Oekraïne is een landbrug naar Europa en de Zwarte Zee – een bevoorradingsplaats en bruggenhoofd in oorlogen, maar ook, via Odessa, een belangrijke handelscorridor. Ten slotte liggen de spirituele wortels van de oosterse orthodoxie er: prins Volodymyr werd in 988 op de Krim gedoopt en verspreidde het christendom vanuit Kyiv over de hele regio. De moderne Russische staat vindt zijn oorsprong eeuwen na de tijd van Volodymyr en is relatief zwak verbonden met Kyiv, maar heeft zich deze geschiedenis wel eeuwenlang toegeëigend in dienst van de eigen beschavingsmythe.

Al deze beweegredenen, die ons veel vertellen over de economische, politieke en culturele grondslagen van het Russische imperialisme, hebben geleid tot een obsessie met het overheersen van Oekraïne en een obsessieve angst het te verliezen. Deze angst wordt versterkt door het karakter van Oekraïne zelf: Oekraïne is geen gedwee territorium maar een land, bewoond door ondernemende, opstandige mensen die de pogingen van Moskou om hen te onderwerpen al eeuwenlang frustreren. Van de opstanden van de achttiende eeuw tegen Peter I tot de Maidan-protesten tegen Russische inmenging van het begin van de eenentwintigste hebben de Oekraïners bij herhaling niet alleen gevochten voor hun eigen vrijheid maar daarmee ook gedreigd hun vrijheidsliefde naar Rusland zelf te verspreiden. De combinatie van imperiale ambitie en angst heeft geleid tot meedogenloze tegenreacties, van tsaar Peters bloedbaden in Oekraïense steden tot Stalins moedwillig gecreëerde hongersnood in de jaren 1930 en de huidige nietsontziende oorlog van Poetin.

Met zo’n geschiedenis is eenvoudig te begrijpen waarom de Oekraïense literatuur zo moeilijk voet aan de grond kreeg in de wereldliteratuur. De meest getalenteerde schrijvers zijn gevangengezet of vermoord, hun werken in beslag genomen, gecensureerd, vernietigd. Terwijl de Russische literatuur met aanzienlijke ondersteuning door de gelederen van de Russische staat op grote schaal werd vertaald, is de Oekraïense literatuur door diezelfde staat stelselmatig onderdrukt.

Het koloniale geweld van Rusland was niet enkel fysiek, maar ook cultureel. De kerk in Moskou verbood al in de zeventiende eeuw religieuze boeken in het Oekraïens, een maatregel die in de achttiende eeuw door Peter I werd uitgebreid; in 1847 stuurde tsaar Nicolaas I de nationale dichter van Oekraïne, de vurige anti-imperialist Taras Sjevtsjenko, voor tien jaar in zware militaire ballingschap en verbood hem het schrijven; aan het einde van de negentiende eeuw introduceerde Alexander II wetgeving die het Oekraïens verbood in bijna alle schriftelijke en educatieve activiteiten; in de jaren 1930 liet Stalin, geschrokken van de heropleving van de Oekraïense cultuur in de jaren 1920, de meeste schrijvers van Sovjet-Oekraïne executeren. Vasyl Stus, de briljante dichter die in 1985 in de Goelag stierf, is vaak gezien als het laatste slachtoffer van deze grimmige traditie, maar dat bleek een overhaaste conclusie. Na 2014 werden schrijvers opnieuw doelwit: de journalist Stanislav Aseyev werd drie jaar lang gevangengezet en gemarteld door de pro-Russische separatisten in Donetsk en de schrijver en filmregisseur Oleg Sentsov werd in 2014 gearresteerd, gemarteld en vijf jaar gevangengezet omdat hij zich verzette tegen de bezetting van de Krim (beide mannen vechten nu in de frontlinie tegen Rusland). Na 2022 werd de wrede tol snel hoger: Viktoria Amelina, een romanschrijfster en onderzoeker van oorlogsmisdaden, werd in 2023 gedood bij een Russische luchtaanval; de kinderboekenschrijver en dichter Volodymyr Vakulenko werd door de Russen geëxecuteerd nadat zijn geboortestad in 2022 was bezet; de dichter Maksym Kryvtsov sneuvelde in 2024 aan het front.

Non-fictie

Met zo’n geschiedenis is eenvoudig te begrijpen waarom de Oekraïense literatuur zo moeilijk voet aan de grond kreeg in de wereldliteratuur. De meest getalenteerde schrijvers zijn gevangengezet of vermoord, hun werken in beslag genomen, gecensureerd, vernietigd. Terwijl de Russische literatuur met aanzienlijke ondersteuning door de gelederen van de Russische staat op grote schaal werd vertaald, is de Oekraïense literatuur door diezelfde staat stelselmatig onderdrukt – vertalingen van en naar het Oekraïens zorgvuldig gecontroleerd en soms zelfs volledig verboden door tsaristische of Sovjetautoriteiten.

Maar de afwezigheid van Oekraïense literatuur in de wereld is niet alleen een kwestie van Russische onderdrukking: het westerse publiek is al te vaak meegegaan met de Russische kijk op de door dat land onderdrukte literaturen en ziet ze als louter folkloristische curiositeiten in de marge van de ‘Groot-Russische literatuur’. Geleerden, uitgevers, vertalers en de literaire pers; allen hebben weinig belangstelling getoond voor het verkennen van deze culturen op eigen voorwaarden.

Oorlog is echter een ontzaggelijke katalysator voor verandering: we schieten erdoor in beweging en vragen door. Bovendien trekt hij de aandacht en nieuwsgierigheid van lezers, wat weer kan leiden tot meer boekverkoop. Vertalers van Oekraïense literatuur zijn de afgelopen twee jaar druk bezig geweest, ondersteund door een groeiende gemeenschap van agenten, redacteuren en journalisten die zich zijn gaan inzetten voor de Oekraïense zaak. Onder de slechtst denkbare omstandigheden geniet de Oekraïense literatuur nu eindelijk enige erkenning.

De vraag heeft zich natuurlijk toegespitst op literatuur over de oorlog. Het meest recente spraakmakende boek is in dit opzicht Oleksandr Mykheds verslag van de invasie van 2022, The Language of War (Allen Lane 2024, vert. Maryna Gibson, Hanna Leliv, Abby Devar). Zoals de titel al doet vermoeden is dit niet slechts een feitelijk verslag, maar een meditatie over de beleving van oorlog en de worsteling om de woorden te vinden om die in uit te drukken. Het is het jongste boek in een golf non-fictie die sinds 2014 in Oekraïne opwelt. Stanislav Aseyevs The Torture Camp on Paradise Street (vert. Zenia Tompkins en Nina Murray; in Nederland verschenen bij Jurgen Maas in een vertaling van Nina Targan Mouravi) en In Isolation (vert. Lidia Wolanskyj; beide bij Harvard University Press) zijn scherpe filosofische en psychologische studies van terreur en gevangenschap die de twintigste-eeuwse traditie van schrijven over de nazi- en Sovjetkampen op waardige wijze voortzetten. Een andere titel om in dit verband op te letten is Victoria Amelina’s Looking at Women Looking at War (HarperCollins, voorzien voor 2025). Voorheen was Amelina prozaschrijfster, maar ze ontdekte dat ze de oorlog alleen kon verwerken door middel van non-fictie (gebaseerd op haar interviews met vrouwen die de Russische bezetting doormaakten) en poëzie (het boek bevat een aantal van haar oorlogsgedichten). Een andere auteur die zich engageert met de oorlogservaringen van vrouwen is Olesya Khromeychuk. The Death of a Soldier Told by His Sister (Monoray 2022, geschreven in het Engels en beschikbaar in een Nederlandse vertaling door Wybrand Scheffer, uitgegeven door Atlas Contact) zijn haar memoires over de dood van haar broer aan de frontlinie in 2017, maar ook een verkenning van de in elkaar overlopende emoties van verdriet, woede en liefde die oorlog met zich meebrengt. Een goed voorbeeld van de groeiende hoeveelheid literatuur geschreven door soldaten zijn Artem Chekhs memoires van zijn (lopende) militaire dienst Absolute Zero (Glagoslav 2020, vert. Oksana Lutsyshyna en Olena Jennings), een genuanceerd, niet-heroïsch verslag van de realiteit van de loopgraven.

Memoires, poëzie en romans

Naast non-fictie floreren ook andere genres, met name romans over en uit Oost-Oekraïne, de regio die het zwaarst door de oorlog is getroffen. Serhiy Zhadans The Orphanage (Yale 2021, vert. Reilly Costigan-Humes, Isaac Stackhouse Wheeler; ook beschikbaar in een Nederlandse vertaling van Roman Nesterenco bij De Geus) is een van de bepalende werken over de oorlog van voor 2022: het is een spannend verslag van een reis door een stad die door de invasie van 2014 in tweeën is gesplitst. Net als de werken van Zhadan bestudeert Olena Stiazhkina’s Cecil the Lion Had to Die (Harvard UP 2024, vert. Dominique Hoffmann) zowel de oorlog als de eigenaardigheden van Oost-Oekraïne, in dit geval Stiazhkina’s geboortestad Donetsk, met humor en inzicht. Dezelfde stad wordt beschreven door Volodymyr Rafeyenko in zijn The Length of Days (Harvard UP 2023, vert. Sibelan Forrester) deels scifi, deels liefdeslied voor de bezette stad. Rafeyenko volgde dit op met Mondegreen (Harvard UP 2022, vert. Mark Andryczyk), een roman over het trauma van ontheemding waarmee zoveel Oost-Oekraïners in 2014 worden geconfronteerd, en sinds 2022 zoveel vluchtelingen uit heel Oekraïne. Een andere opmerkelijke studie van Oost- en Zuid-Oekraïne, zij het niet door een inwoner van deze regio’s, is Andrej Kurkovs Grey Bees (Maclehose 2021, vert. Boris Dralyuk), een kenmerkend grillige en tedere verkenning van Donbas en de Krim.

Poëzie is misschien wel het genre dat sinds 2022 het meest tot bloei is gekomen. Oekraïense dichters hebben in realtime gereageerd op de oorlog en bereikten hun publiek vaak rechtstreeks via sociale media.

Poëzie is misschien wel het genre dat sinds 2022 het meest tot bloei is gekomen. Oekraïense dichters hebben in realtime gereageerd op de oorlog en bereikten hun publiek vaak rechtstreeks via sociale media. Opmerkelijke werken in het Engels zijn onder meer Oksana Maksymchuks Still City (Carcanet 2024, oorspronkelijk in het Engels), Halyna Kruks A Crash Course in Molotov Cocktails (Arrowsmith 2024, vert. Amelia Glaser en Yulya Ilchuk), Lyuba Yakimchuks Apricots of Donbas (Lost Horse Press 2021, vert. Oksana Maksymchuk, Max Rosochynsky, Svetlana Lavochkina) en Serhiy Zhadans How Fire Descends (Yale UP 2023, vert. Virlana Tkacz en Wanda Phipps). Met name twee hierboven al genoemde uitgevers – Arrowsmith en Lost Horse Press – hebben een indrukwekkende reeks hedendaagse Oekraïense dichters in hun fonds, die te omvangrijk is om hier na te lopen. Voor een overzicht van hoe Oekraïense dichters na 2014 op de oorlog reageerden, is de uitstekende bloemlezing Words for War (Academic Studies Press 2017) onder redactie van Maksymchuk en Rosochinsky en met een aantal van de bovengenoemde namen, een must-have.

Hedendaagse Oekraïense literatuur is natuurlijk veel meer dan een reactie op oorlog, en er zijn tal van werken in vertaling die haar volle breedte weerspiegelen. Oksana Zabuzhko’s Field Work in Ukrainian Sex (Amazon Crossing 2011, vert. Halyna Hryn) was een baanbrekend feministisch werk voor een generatie Oekraïense vrouwen toen het oorspronkelijk in 1996 werd gepubliceerd, en het blijft onverminderd urgent. Ook haar epische historische roman Museum of Abandoned Secrets en haar boosaardig ironische korte proza Your Ad Could Go Here zijn bij dezelfde uitgever verkrijgbaar, in vertalingen van Nina Murray en anderen. Een andere belangrijke figuur in de jaren 1990/2000 was Yuri Andrukhovych; verschillende van zijn romans, evenals enkele van zijn prachtige essays, zijn beschikbaar in het Engels, maar misschien wel de beste is The Moscoviad (Spuyten Duyvil 2008, vert. Vitaly Chernetsky), een duivels geestig weerwoord tegen het Russische imperialisme. Het werk van de botanicus-filosoof Taras Prokhasko, die net als Androechovitsj uit de westelijke stad Ivano-Frankivsk komt en geldt als een van de belangrijkste Oekraïense postmodernisten, heeft een nieuw leven gekregen in vertaling (de bloemlezing Earth Gods, binnenkort te verschijnen bij Harvard UP, bevat mijn eigen vertaling van zijn magisch-realistische herinterpretatie van de Karpaten, De oneenvoudige, evenals vertalingen door Ali Kinsella en Mark Andryczyk). Van de recentere romans is Forgottenness (WW Norton 2024, vert. Zenia Tompkins) een hoogtepunt, Tanja Maljartschuks gelaagde reflectie op herinnering, geschiedenis en de banden die Oekraïne via zijn Habsburgse erfgoed heeft met Midden-Europa.Oksana Lutsyshyna’s wijdlopende Ivan and Phoebe (Deep Vellum 2023, vert. Nina Murray) geeft een fascinerend inzicht in de politieke onrust tijdens de eerste jaren van de Oekraïense onafhankelijkheid. Er zitten ook enkele spannende werken in de pijplijn: het epos Amadoka van Sofia Andrukhovych, dat de huidige oorlog, de Tweede Wereldoorlog en de stalinistische terreur omspant, wordt vertaald door Daisy Gibbons en staat gepland voor publicatie bij Simon en Schuster.

Klassiekers

Het Harvard Ukrainian Research Institute levert vertalingen van schrijvers als Lesya Ukrainka, een van de meest fascinerende en eindeloos relevante figuren in de Oekraïense literatuurgeschiedenis. Ukrainka’s drama’s – die de fundamentele mythen van westerse culturen opnieuw verbeelden door een feministische, anti-imperialistische lens – behoren tot de grote verwaarloosde werken van de Europese literatuur.

Het laatste stukje van de puzzel is het meest verwaarloosde: klassiekers. Oekraïense klassiekers zijn vrijwel niet beschikbaar voor een internationaal publiek, vaak alleen beschikbaar in obscure edities in universiteitsbibliotheken. Engelstalige uitgeverijen die gespecialiseerd zijn in wereldklassiekers hebben de Oekraïense literatuur grotendeels genegeerd. Het Harvard Ukrainian Research Institute heeft geprobeerd deze situatie te adresseren met zijn Library of Ukrainian Literature-project, dat vertalingen levert van schrijvers als Lesya Ukrainka, een van de meest fascinerende en eindeloos relevante figuren in de Oekraïense literatuurgeschiedenis. Ukrainka’s drama’s – die de fundamentele mythen van westerse culturen opnieuw verbeelden door een feministische, anti-imperialistische lens – behoren tot de grote verwaarloosde werken van de Europese literatuur (haar Cassandra, vert. Nina Murray, komt later dit jaar uit). Andere hoogtepunten zijn romans uit de renaissance van de jaren 1920, zoals Valerian Pidmohylnyy’s psychologische verkenning van het stadsleven in het vroeg-Sovjet Kyiv, The City (vert. Maxim Tarnawsky) en Maik Yohansens glorieus excentrieke avant-garde ‘landschapsroman’ The Journey of the Learned Dr. Leonardo and his Future Lover, the Beauteous Alceste, to the Switzerland of Slobozhanshchyna (in mijn eigen vertaling). Andere uitgevers om Oekraïense klassiekers bij te zoeken zijn Glagoslav Press (de modernistische dichters Pavlo Tychyna, Maksym Rylsky, Bohdan Ihor Antonych en anderen) en Academic Studies Press (die een baanbrekende bundel vertalingen van de avant-garde dichter Mykola Bazhan uitgaf). Online is de London Ukrainian Review (uitgegeven door het Ukrainian Institute London) een geweldige plek om naar toe te gaan voor Oekraïense klassiekers en meer, bijvoorbeeld voor een heel nummer over Lesya Ukrainka.

Er is dus wel degelijk vooruitgang geboekt. Nu is de uitdaging om het momentum te verzilveren en ervoor te zorgen dat de Oekraïense literatuur niet alleen erkenning vindt voor haar verbazingwekkende oorlogsliteratuur, maar voor de volle breedte van haar rijkdom. Dit vraagt van uitgevers dat zij zich inspannen om de aandacht van het publiek vast te houden terwijl het de ogen op ander wereldnieuws richt. Het zal ook institutionele en financiële steun vereisen – subsidies zoals die van het Ukrainian Book Institute, House of Europe en equivalenten in landen over de hele wereld. De Oekraïense literatuur is te lang haar plaats in de familie van de Europese en wereldliteratuur ontzegd, en lezers over de hele wereld daarmee te lang haar rijkdom en inzichten. Inzichten die niet alleen cruciaal hadden kunnen zijn bij het voorzien en begrijpen van de huidige oorlog, maar die bovendien relevant zijn voor alle plekken waar cultuur gedijt onder druk en vrijheid opstaat tegen tirannie.

Deze bijdrage kwam tot stand in samenwerking met RAAM – op Rusland, Oekraïne, Belarus; vertaling Merlijn Olnon