Advertentie
Banner

De cultuur van emoties

In haar nieuwe boek Between Us onderscheidt social-psycholoog Batja Mesquita tussen MINE en OURS, twee culturele modellen om emoties mee te duiden. Het boek biedt, volgens Agneta Fischer “een geïnformeerd en verfrissend kader om naar emoties te kijken – die van een ander en van jezelf.”

Besproken boeken

Sociaal psycholoog en emotie-onderzoeker Batja Mesquita heeft veel aan introspectie gedaan tijdens haar lange loopbaan naar de rol van cultuur in emoties. Haar levensreis door verschillende culturen startte in een Joods gezin in Amsterdam, en liep via korte tussenstops in Italië en het door oorlog verscheurde Bosnië, naar de VS waar ze vijftien jaar heeft gewoond. Inmiddels is ze alweer even in België, waar ze hoogleraar is aan de KU Leuven. Deze persoonlijke geschiedenis vormt een belangrijke, maar zeker niet de enige bron voor haar boek Between Us: How Cultures Create Emotions.

Door haar eigen confrontatie met voor haar nieuwe culturen en emoties ontwikkelde Mesquita een sterke antenne voor het opmerken van situaties waarin de emoties van mensen en de rol die hun specifieke culturen daarin spelen haar verwonderen. Dit maakte haar nieuwsgierig, niet alleen naar die voor haar ‘vreemde’ emoties, maar ook naar die van haarzelf en naar waarom deze soms als niet passend aanvoelden (‘being out of sync’). Het eerste hoofdstuk van Between Us is gewijd aan juist deze ervaringen, om de lezer op een natuurlijke wijze te overtuigen van het basisidee van het boek, namelijk dat emoties geen natuurlijk, biologisch en vaststaand gegeven zijn. Een voor Nederlanders aansprekend voorbeeld is de Amerikaanse uitgelatenheid en hoffelijkheid, die wij vaak als kunstmatig en ongemeend ervaren. Nederlandse toeristen in Amerika ergeren zich vaak wild aan het ‘Hi! How are you today?’, dat symbool staat voor het type interacties tussen vreemden in Amerikaanse bioscopen, winkels of restaurants.

Mesquita veroordeelt de ogenschijnlijk ongepaste emotionele expressies van anderen niet, en analyseert ook die van haarzelf: waarom voelt ze zich eigenlijk ongemakkelijk en emotioneel gebrekkig te midden van haar Amerikaanse collega’s die strooien met complimenten? Dergelijke confrontaties met andere emotionele leefwerelden vormen de solide basis van een lange academische carrière, waarin zij een theorie over de relatie tussen cultuur en emoties ontwikkelde op basis van onderzoek in vele, uiteenlopende landen.

In westerse culturen is het dominante model dat emoties een interne gevoelstoestand zijn. Mesquita noemt dit model MINE – voor mental, inside en essentialistic. Daar tegenover staat het OURS-model – voor outside, relational en situated. Dit model is vaker te vinden in ‘niet-westerse’ culturen.

MINE en OURS

Mesquita onderscheidt twee culturele modellen om emoties mee te duiden. In westerse culturen is het dominante model dat emoties een interne gevoelstoestand zijn. Mesquita noemt dit model MINE – voor mental, inside en essentialistic. Volgens dit model zijn emoties in de evolutie verankerd, universeel, en dienen ze de overleving van het individu: overal ter wereld bereidt angst ons voor om te vluchten, boosheid om aan te vallen, en walging om ons af te wenden van mogelijke giftige stoffen of geuren. Daartegenover staat het OURS-model – voor outside, relational en situated. Dit model is vaker te vinden in ‘niet-westerse’ culturen. Uitgangspunt hierin is dat emoties relatiebehoeften dienen en dus in de kern relationeel van aard zijn. Emoties worden opgeroepen door het gedrag van anderen; we ervaren en uiten emoties immers in sociale interacties. Omdat relaties tussen mensen worden vormgegeven op een manier die cultureel gedetermineerd is, zien emoties er ook verschillend uit – andere expressies, en met andere woorden – en worden ze anders beleefd. 

Mesquita putte uit zowel onderzoek als eigen observaties talloze voorbeelden van de MINE- en OURS-modellen, vooral te classificeren aan de hand van hoe mensen over emotionele gebeurtenissen praten. Binnen het OURS-model, bijvoorbeeld, gaat ‘trots’ niet over een intern gevoel van bevrediging, maar over het positieve gevoel dat je bij je familie teweegbrengt en hoe dit de relatie met anderen verandert. Eenzelfde verschil tussen individuele of relationele emotiebeleving zien we terug in onderzoek naar de manier waarop Japanners en Amerikanen praten over hun prestaties op de Olympische Spelen in 2004. Beide groepen vertelden over hun trots of teleurstelling, maar Japanners uitten vooral hun dankbaarheid voor de betrokkenheid van hun supporters, terwijl deze meer relationele emoties door Amerikanen niet werden benoemd.

MINE- en OURS-emoties worden ook gesocialiseerd. Ouders in verschillende culturen praten met hun kinderen op verschillende manieren over emoties, afhankelijk van de relationele waarden in de samenleving. Amerikaanse ouders vinden het belangrijk dat hun kinderen zelfrespect ontwikkelen en daarbij hoort onvoorwaardelijke liefde, trots en expliciet verwoorde bewondering voor het kind. In een OURS-model gaat het juist om het bijbrengen van schaamte, en van respect voor anderen. Het bijbrengen van schaamte door niet-westerse ouders kan westerse ouders als ongelooflijk hard en liefdeloos voorkomen, maar dit is het niet als we de rol van schaamte in de relaties tussen mensen begrijpen. In de OURS-zienswijze moeten kinderen leren schaamte te ervaren om zo hun plaats in de samenleving te kennen. Dit leidt niet tot onzekere of depressieve kinderen, want schaamte is dan juist een centrale en positieve waarde in de relaties tussen ouders en kinderen: een integraal bestanddeel van socialisatie. Welk van de verschillende modellen heersend is, bepaalt dus ook welke emoties sociaal geaccepteerd worden en welke niet. Zo beschrijft Mesquita dat boosheid en verontwaardiging in Nederland in het model van emoties past omdat eerlijkheid en authenticiteit hoger in het vaandel staan dan aandacht voor de impact op anderen, maar dat dat in het Amerikaanse model andersom is. Zo zie je dat de MINE- en OURS-modellen ook verschillen binnen de westerse emotiebeleving.

De verschillende culturele modellen zeggen dus iets over hoe we over emoties praten, hoe we emoties ervaren, reguleren en vormgeven, en over welke emoties belangrijk of waardevol zijn voor een cultuur. Maar volgens Mesquita zeggen ze ook iets over hoe we emotioneel reageren in bepaalde situaties.

Doing MINE and OURS emotions

De verschillende culturele modellen zeggen dus iets over hoe we over emoties praten, hoe we emoties ervaren, reguleren en vormgeven, en over welke emoties belangrijk of waardevol zijn voor een cultuur. Maar volgens Mesquita zeggen ze ook iets over hoe we emotioneel reageren in bepaalde situaties. Samen met haar Leuvense collega’s deed ze uitgebreid onderzoek naar ‘emotionele acculturatie’ – de mate waarin mensen zich de emotionele omgang en gewoontes van een andere cultuur eigen maken.

Om emotionele acculturatie inzichtelijk te maken, gebruikt ze de vergelijking met het dansen van de tango met een partner die de wals danst. Dansen met iemand van wie je alles aanvoelt, bij wie je de volgende stap ziet aankomen, en van wie je de subtiele tekens begrijpt, kan alleen als je dit samen al heel vaak hebt gedaan. Een nieuwe dans leren vereist naast de stappen leren ook heel veel oefenen, voordat het dansen vanzelf gaat en natuurlijk aanvoelt. Nieuwkomers in een andere cultuur staan voor die moeilijke taak: ze moeten niet alleen letterlijk de taal van het land leren, maar ook de emotionele taal. In studies naar immigranten in België laten Mesquita en collega’s zien dat Belgische immigranten met een andere culturele achtergrond zich in meer situaties schamen en ook in meer situaties respect voelen – dit in vergelijking met een Belg zonder migratieachtergrond, die juist meer trots en weinig schaamte voelt. In overeenstemming met de dansmetafoor blijkt dat de eerste generatie immigranten de slechtste emotionele fit heeft met de Belgische meerderheid en dat de derde generatie geen verschil meer laat zien. Opgroeien en geheel opgaan in een nieuwe cultuur betekent kortom dat kinderen de emotionele dans perfect leren beheersen.

Of eerlijke authenticiteit – zonder enig respect of bekommering om anderen, en gepaard aan boosheid en verontwaardiging – een Nederlandse waarde is? Ik observeer iets anders, namelijk dat in de Nederlandse werkelijkheid boosheid en respectloos met elkaar omgaan eigenlijk helemaal niet wordt getolereerd; niet op school, niet op het werk, en ook niet tussen ouders en kinderen.

Gradaties

Between Us is een boeiend en inspirerend betoog en biedt een nieuw perspectief op hoe we elkaars emoties kunnen begrijpen, leren en waarderen, juist ook omdat onze emoties niet vastliggen. Dat neemt niet weg dat ik als lezer toch met een paar vragen blijf zitten. De eerste is hoe verschillend de MINE- en OURS-modellen nu werkelijk zijn. Soms wordt de indruk gewekt dat MINE-emoties niet over relaties of sociale impact zouden gaan, maar het benaderen van gevoelens als interne aangelegenheid betekent natuurlijk niet dat de uiting van die gevoelens geen impact op een ander heeft. Hoewel Mesquita erkent dat de twee modellen enige overlap vertonen, benadrukt ze de verschillen veel meer dan de gelijkenissen. Het voorbeeld dat eerlijke authenticiteit – zonder enig respect of bekommering om anderen, en gepaard aan boosheid en verontwaardiging – een Nederlandse waarde zou zijn, zette me aan het denken. Want ik observeer iets anders, namelijk dat in de Nederlandse werkelijkheid boosheid en respectloos met elkaar omgaan eigenlijk helemaal niet wordt getolereerd; niet op school, niet op het werk, en ook niet tussen ouders en kinderen.

Mijn tweede bedenking betreft de aard van de emotiemodellen en hun relatie met de emoties zelf. Emotiemodellen lijken in Between Us de status van culturele narratieven te verwerven, zoals de manier waarop leken over emoties praten. Maar hoe verhoudt zo’n narratief zich tot daadwerkelijke emotionele reacties? Het schreeuwen, bevriezen, huilen… Mesquita definieert individuele emoties niet en stelt alleen dat ze een integraal deel uitmaken van ons sociale en culturele leven. Met andere woorden: emotiemodellen en emoties lijken in haar theorie dezelfde formele status te hebben, en kunnen elkaar dus niet beïnvloeden.

Voor de kracht van Between Us zijn deze vragen echter minder relevant. Het boek biedt een geïnformeerd en verfrissend kader om naar emoties te kijken – die van een ander en van jezelf. Het nodigt daarbij uit om met meer onbevangenheid naar de emoties van anderen te kijken en deze te omarmen in plaats van te veroordelen. Het lijkt me een boodschap die meer dan welkom is in deze tijd van emotioneel onbehagen.