Advertentie
Banner-Huff-Gedichtenapotheek-1454×183

Rode konen, champagneglazen en ongemakkelijk grijnzende uitgevers

Vaste columnist voor de Nederlandse Boekengids Daphne de Heer zoekt er de kracht voor: ieder nummer haar kijk op kwesties in de wereld van de Nederlandse literatuur.  In deze aflevering: het gevoel dat in bepaalde kringen een boek schrijven een beetje is als kinderen krijgen: om je heen zie je heus wel dat het niet veel oplevert maar ja, je wilt het toch.

We weten het al langer, maar laten we het nooit vergeten: als schrijver zul je zelden tot nooit een normaal inkomen hebben, op een paar bestsellerende uitzonderingen na. Toch weerhoudt het realistische vooruitzicht van een gemiddelde verkoop van 765 exemplaren van een gemiddeld Nederlands prozawerk de cultureel-aspirerende Gen-Zplussers (+) er niet van om te smachten naar een felbegeerd contract bij een literaire uitgeverij. Rode konen, champagneglazen en ongemakkelijk grijnzende uitgevers rollen door mijn instastories, regelmatig zie ik een hele of halve bekende voorbij komen en denk: ‘O joh, jij ook al?’ Ik zal nooit roepen ‘doe het niet’, want ik verlang naar een bloeiende schrijfcultuur en hoop elk jaar dat bijzondere talenten naar boven komen drijven (wat ook echt gebeurt), maar vaak overvalt me ook het gevoel dat in mijn kringen een boek schrijven een beetje is als kinderen krijgen: om je heen zie je heus wel dat het niet veel oplevert maar ja, je wilt het toch.

Laat ik eerst dit zeggen: ik ken heel veel auteurs die vanuit een waarachtige bron schrijven en hun zenuwstelsel zwaar belasten met het kwetsbare circus dat bij publicatie komt kijken.

Laat ik eerst dit zeggen: ik ken heel veel auteurs die vanuit een waarachtige bron schrijven en hun zenuwstelsel zwaar belasten met het kwetsbare circus dat bij publicatie komt kijken. Auteurs die iets op het spel zetten en een benul hebben van literatuur. Die echt iets nieuws toevoegen aan die literatuur, die vormen durven te bevragen en inhoud durven te vernieuwen en verrijken. Het zijn er genoeg om hoopvol te blijven, maar ze krijgen te weinig erkenning om een literair-canonieke dijkdoorbraak te creëren. Er huppelen er ook genoeg rond die niet speciaal getergd worden door een brandend intrinsiek verlangen maar gevleid zijn omdat de uitgever ze benaderde. Zulke leuke columns, zulke leuke stukjes op instagram, zo’n interessant levensverhaal, moet jij niet eens… En dan is er nog wat ik graag de ‘Huub van der Lubbe’-tussencategorie noemt: ‘Talent is ook een kwestie van heel graag willen’. Deze mensen hebben de nervositeit van de eerste categorie maar vaak het talent van de tweede.

Van de eerste categorie moeten we het echt hebben (als literatuur het ding in je leven is waar je hart sneller van gaat kloppen). Maar vaak krijg ik buikpijn als ik aan hun lot denk. Want wat voor waarde heeft je werk nou eigenlijk, of beter; welke waarde krijgt je literaire werk hier in Nederland toebedeeld?

Afgelopen week las ik Het verhaal van mijn schaarste van Marieke Groen. Er zijn er meer die het zeggen, en ik zeg het ook: dit boek moet IEDEREEN lezen. Het is het eerlijkste boek dat ik ooit las over de diepgravende invloed van (emotionele) schaarste op alle aspecten van een leven. Het is een integraal verslag van hoe overtuigingen en geïnternaliseerde zelfhaat je gevangen houden in een ‘klein’ leven vol tekorten. 

Terwijl ik Groens boek las dacht ik: we maken op een groter niveau allemaal onderdeel uit van een schaarste-probleem, en als we dan weer terug mogen naar de literatuur: er is in Nederland onder invloed van vele factoren die ik hier echt niet allemaal genuanceerd kan benoemen en duiden al decennialang een sociaal-culturele schaarstecultuur die aangevuurd wordt door een hevige geïnternaliseerde oer-Hollandse in calvinisme gemarineerde zelfhaat. Pas wanneer een Nederlandse cultuuruiting of persoon in het buitenland wordt gelauwerd vinden we het in Nederland zelf ineens ook bijzonder en gaan we Halina Reijn massaal omarmen voor de Bourdieu-puntjes. ‘Grappig’ genoeg geldt dit dan weer niet voor Yael van der Wouden, die dit jaar genomineerd was voor The Booker Prize met haar roman The Safekeep. Van der Wouden, die in Nederland woont, had het namelijk gewaagd haar roman in het Engels te schrijven (zie ook: Booker Prize), dus ja, dan ben je natuurlijk geen échte Nederlandse auteur. Hence de lauwe ontvangst in de Nederlandse pers, met als dieptepunt het Nieuwsuur-item waarin Bo van Houwelingen vrij spel kreeg om uit te leggen waarom The Safekeep toch echt niet zo’n goede roman is (iets met: als een Amerikaanse auteur stevig uitpakt vinden we dat ‘vet’ en heerlijk maar als een soort van Nederlandse auteur dat doet vinden we het too much en zelfs ‘Bouquetreekserig’). Zelfs in de vrije, frivole wereld van de literaire kunsten waar alles zou moeten mogen, wordt erop los gegeseld met de calvinistische zweep. Geen wonder dat Maarten ’t Hart de P.C. Hooftprijs won. Moge de Libris Literatuurprijs dit jaar naar Marieke Groen gaan!