Advertentie
Banner-Moor-Veronesi-Mersbergen-Vries-DNBG-1454×183

Maak de talenstudies great again!

Vaste columnist voor de Nederlandse Boekengids Daphne de Heer zoekt er de kracht voor: ieder nummer haar kijk op kwesties in de wereld van de Nederlandse literatuur. In deze aflevering: het belang van talenstudies.

Winter in Tropea, het zou een prachtige titel zijn voor een mid-career bestseller. Hier aan de kust, de Italiaanse kust, las ik een artikel in de NRC van 12 februari over het enthousiasme voor de studie Nederlands aan de Universiteit van Napels. Als groot fan van de serie De geniale vriendin fantaseerde ik hoe ik mijzelf en mijn liefde voor de letteren opnieuw zou uitvinden in een nieuw land, in een nieuwe stad.

Waarheen je ook reist, je neemt jezelf altijd mee. Seneca zei het al, Alain de Botton herhaalde het nog maar eens in De kunst van het reizen: je gumt je eigen karakter voor het gemak altijd uit het plaatje dat je maakt van je vakantie. Ook al het ongemak dat onherroepelijk komt kijken bij het reizen en elders zijn wordt cognitief dissonant naar de prachtige landerijen van de vergetelheid gedrongen. Dus daar zat ik, snipverkouden en tamelijk nukkig in een idyllisch oord, me helemaal niet idyllisch te voelen.

Gelukkig gebeurde er na het ontbijt een klein wonder in het volledig uitgestorven dorp: de kleine libreria in het pittoreske centrum was ineens open. Dagenlang hadden we alle nauwe steegjes doorzocht, maar niks gevonden.

Tot nu. Ineens lonkten daar de fleurige luiken van de piepkleine libreria alsof het er altijd al was geweest. In de winkel stond een jonge vrouw, open blik, een spencer, vloeiend Engels. Mijn virus had eindelijk niet meer het hoogste woord: deze vrouw en haar winkeltje gaven acuut zuurstof aan alle delen van mijn lichaam en geest. 

En natuurlijk kwam die vraag: waar kom je vandaan? Nederland, zei ik, en haar gezicht lichtte op, ze was ‘fond of Dutch Literature’, en begon enthousiast aan te wijzen wat ze mooi vond en in haar kleine winkel had staan: Kerrard Rieve! Cies Noeteboem! Djen Brokken! En, of course: Hella Haasse! Ik knikte, ja, dat zijn inderdaad Nederlandse schrijvers en ik dacht ook: jouw Amsterdamse evenknie zou hele andere dingen lezen. En traag, heel traag, kwam die andere gedachte: wat vinden ‘wij’ in Nederland mooie Italiaanse literatuur? Veronesi? Ferrante? Calvino? Di Lampedusa? Giordano? Cognetti? Ik had natuurlijk moeten vragen welke hedendaagse, jonge Italianen zij las, want in haar winkel lagen ze niet echt, maar ik was dus erg verkouden. 

In hetzelfde NRC-artikel krijgen de studenten Nederlands in Napels te horen dat in Nederland de studie Italiaanse taal- en letterkunde nauwelijks nog onderwezen wordt omdat de taal volgens de Universiteit van Leiden ‘op geopolitiek en maatschappelijk vlak niet belangrijk genoeg’ is. 

Nee, Universiteit van Leiden, zo zit het niet.

Nee, Universiteit van Leiden, zo zit het niet. Talenstudies en geesteswetenschappen in het algemeen worden door opportunistisch handelsland Nederland gewoon niet als interessante carrièrekeus gezien, omdat er in Nederland, op enkele academische en culturele eilanden na, geen intrinsiek besef is van de waarde van cultuur, ethiek en taalbeheersing. De dag dat wij geen volwaardige vertalers meer opleiden in onder andere Italiaans blokkeren we het culturele bloedvatensysteem waardoor wij als mensen wereldwijd met elkaar verbonden zijn. Er wordt ons door politiek en media dagelijks aangepraat dat we in een gepolariseerde wereld leven, maar tegelijkertijd wordt er door diezelfde media en overheid geen reet aan gedaan om briljante tovermiddelen zoals cultuur, literatuur en taalvaardigheid in te zetten bij het beter leren kennen van elkaar en het leren luisteren naar elkaar. Ik neem het iedereen die ruimte krijgt in het debat maar die ruimte niet gebruikt om populistische mythes te ontkrachten met de geniale verhalen en kunst die ons tonen hoe een menselijk tekort altijd voortkomt uit angst en ongemak en universeel is, kwalijk dat ze in de waan van de dag blijven hangen. 

Talenstudies doen ertoe, omdat taal ertoe doet. Zonder diepgravende talenkennis kunnen we een ander niet echt ontmoeten en leren we elkaar niet te verstaan. Zonder vertalingen van boeken uit landen die we alleen maar uit rampberichten kennen, blijft onze kennis van geografisch verder gelegen landen eendimensionaal, wat onze betrokkenheid bij onze medemensen beperkt, en van ‘de ander’ makkelijk een vijand maakt.

Laat alle journalisten verplicht een andere taal dan het Engels leren, dan gaat de aandachtsradius hopelijk weer wat meer richting de 360 graden.

Hier ligt trouwens ook nog een rol voor de landelijke media met hun millennial-journalisten. Hou toch eens op met alleen maar uit The New York Times te putten voor je zogenaamde achtergrondstukken. Amerika is allang geen gidsland meer. Laat alle journalisten verplicht een andere taal dan het Engels leren, dan gaat de aandachtsradius hopelijk weer wat meer richting de 360 graden. Maak talenstudies great again, want als universiteiten alleen nog maar studies willen aanbieden waar het bedrijfsleven blij van wordt, dan zijn we cultureel echt naar de knoppen.