Advertentie
Princeton-university-press

Geachte heer De Kom,

Dat verleden, hoe je het ook snoeit,
verbergt of monddood probeert te maken,
het groeit en woekert uiteindelijk overal doorheen.
Zonder kennis van het verleden
zijn we incompleet en ontworteld.

En daarom zijn ze zo nodig, uw gedichten.
Wat had ik ze graag willen lezen in mijn jongere jaren.
Ze hadden de hiaten in onze geschiedenis gedicht.
Deze verzen vol vuur zijn protestmarsen.
Het zijn gebalde vuisten.

Ze kleden het koloniale systeem uit tot op het bot.
Naakt en wreed stelt u het tentoon
zoals ooit uw en mijn voorouders tentoon werden gesteld.
U geeft stem aan de vele tegenstrijdigheden.

Met scherpe blik en felle tong
gaat u het goedpratende gedachtegoed van die tijd te lijf.
U neemt ons mee, we kruipen in de gehavende,
kapotte, gestriemde en vermoeide huid
van uw voorouders.

U gidst ons over uw geliefde grond,
neemt ons mee in het landschap van die tijd.
Langs het suikerriet, kreupelhout,
katoen, de koffie, de balata.
In uw zinnen komt het tot veroordeling.

Uw verzen, uw gospels hebben veel weerstaan.
Het dwarsbomen van het bestuur,
de zogenaamde superioriteit van het systeem,
ze weerstonden de tijd
zodat ze alsnog hun weg kunnen vinden
naar onze schoolboeken, boekenkasten,
ons cultureel erfgoed, onze harten.

U geeft handen en voeten, bloed,
geur en kleur aan een gedeeld wreed verleden.
Hoe verder het achter ons lijkt te liggen,
hoe dichterbij we het moeten halen
want we mogen nooit over het hoofd zien,
hoe het verleden doorwerkt en hoe het voelt om vrij te zijn.

Dank u meneer De Kom.
Mogen we uw strijdvaardigheid ons
altijd heugen en mag het
de brandstof zijn voor onze eigen strijd
en voor het waarborgen
van onze huidige ongebondenheid.

Hoogachtend,
Babs Gons

Illustraties door Brian Elstak