Advertentie
Banner DNBG

Eén queer boek sloopt nog geen hokjes (en twee ook niet)

Vaste columnist voor de Nederlandse Boekengids Daphne de Heer zoekt er de kracht voor: ieder nummer haar kijk op kwesties in de wereld van de Nederlandse literatuur. In deze aflevering: Is de Nederlandse queerliteratuur nou echt volwassen geworden?

Het is weer Libris Literatuur Prijs-seizoen: boekhandels wapperen met de shortlist en NRC neemt interviews af met alle genomineerden die zelf nog een paar weken op hun nagels mogen bijten – totdat juryvoorzitter Sheila Sitalsing in Nieuwsuur de winnaar bekend gaat maken (ik zet mijn geld dit jaar in op Marijke Schermer). Een van de rituelen rondom de bekendmakingen is het ‘kritische rapport’ van de jury. Dat zit vol al dan niet omineuze observaties over de stand van de hedendaagsche letteren. Om niet louter te vervallen in klaagzangen over slechte redactie, navelpluizerige autofictie, boeken met ‘weinig grote wereld’ en een verpletterende emotionele zwaartekracht deelde de jury ook wat blijde observaties met ons, waarvan deze er een was: 

… de queerliteratuur is definitief volwassen geworden. De nadruk ligt niet langer op de coming out, of op de ontworsteling aan een verstikkende omgeving, of op het queerzijn an sich, maar op bredere thema’s, op bijzondere intermenselijke relaties, op vreemde gebeurtenissen. Je zou het emancipatie kunnen noemen. Nog heel even en we hebben het niet meer over queerliteratuur als categorie.

‘Je zou het emancipatie kunnen noemen.’ Wat me opvalt aan het woord ‘emancipatie’ is dat het vaak als toverwoord wordt gebruikt door de progressieve gevestigde orde waarvan de leden meestal zelf niet tot die specifieke (al dan niet) geëmancipeerde categorie behoren. Als je goed luistert zit er altijd een licht opgeluchte ondertoon in: zo, dat varkentje hebben we met z’n allen toch maar mooi gewassen. Daar hoeven we het niet meer over te hebben!

Als je goed luistert zit er altijd een licht opgeluchte ondertoon in: zo, dat varkentje hebben we met z’n allen toch maar mooi gewassen. Daar hoeven we het niet meer over te hebben!

Even full disclosure: ik ben behalve tweemaandelijkse vrolijke noot in deze gids ook uitgever van de door mijzelf opgerichte uitgeverij Velvet Publishers, een kleine onafhankelijke les-bi-queer uitgeverij. En nee, nou niet opgelucht gaan zitten knikken van o ja, nee, daarom maak jij je hier druk om, het is je businessmodel! Dat is het (helaas nog) niet. Het is wel een project dat ik juist, meer dan ooit, als noodzakelijk ervaar, omdat ik, als lesbisch-queer persoon en lezer, merk dat ik me helemaal niet zo vertegenwoordigd voel in de (Nederlandse) literatuur. Laten we gewoon even de proef op de som nemen: hoe uit die queer volwassenwording zich precies in de berg boeken die in 2024 is verschenen? Eerst het kwantitatieve gedeelte: met heel veel goede wil kom ik op acht titels waarin iemand voorkomt die zich tot het LHBTIQA+ spectrum verhoudt (Joost van Bellen, Naomi Rebekka Boekwijt, Minke Douwesz, Marijke Schermer, Maurits de Bruijn, Angelo Tijssens, Stijn de Vries, Maartje Wortel)*. Acht titels op in totaal 183 inzendingen. Gezien het feit dat in Nederland zo’n 2,7 miljoen mensen van 15 jaar en ouder zich in het LHBTIQA+ spectrum begeven (zo’n 18% van de bevolking) is acht op de 183 boeken (dus 4%) alleen in aantal al geen representatieve afspiegeling van de LHBTIQA+-bevolking. Dan inhoudelijk. Inderdaad, Maurits de Bruijn staat met Man maakt stuk op de shortlist (heel fijn), en Falun Ellie Koos, een andere genomineerde, identificeert zichzelf als non-binair (maar daar gaat Rouwdouwers, hun veelbelovende debuut, niet over), en, dit moet gezegd: In het oog van Marijke Schermer kent een biseksuele hoofdpersoon. Dus als je de statistieken op de zes titels van de shortlist loslaat kom je inderdaad op een mooi percentage. Toch voelt dit meer als toeval dan als direct gevolg van de emancipatie van queer literatuur. Want de opgeluchte brigade van juryleden, boekenvakkers en andere beschouwers zijn juist degenen die de hokjes, die moeten worden ‘afgefikt’ (dixit de Libris-jury), in stand houden door hun angstige reflexen. Ja, er zijn de afgelopen jaren beduidend meer queer boeken bij grote uitgeverijen verschenen dan in de decennia daarvoor, en dat heeft allemaal zeker te maken met een vergroot bewustzijn op het gebied van diversiteit. Maar vaak wurmen die uitgevers zich vervolgens in de aanbiedingsteksten in de raarste bochten om pers en boekhandel niet te veel af te schrikken (met als bizar hoogtepunt de aanbiedingstekst van de trilogie De vrouw op de berg van Eva Baltasar, waarin alle hoofdpersonen lesbisch zijn en waarbij de uitgever in de omschrijving van het derde deel eindigt met de zin: ‘Van de drie romans is het de enige waarin heteroseks voorkomt.’). Met name woorden als ‘lesbisch’ worden omzichtig vermeden in aanbiedingsteksten. Ook bij de media, die een grote spelen bij het integreren van een volwaardige rol voor (in dit geval) de queer literatuur, voel ik vaak dit: emancipatie is leuk, maar het moet wel sexy blijven. Maar emancipatie is niet sexy. Emancipatie vraagt om een diepgaande solidariteit, om waarachtige motieven en betrokkenheid. Nu wordt het begrip vaak als heipaal in los zand geslagen. Als we de afgelopen maanden één ding hebben geleerd is dat verworvenheden voor gemarginaliseerde groepen komen en gaan. Maar echte emancipatie is, vrees ik, een unvollendete.

* Als ik iemand vergeten ben: excuses, laat het me vooral weten.