Snouck: de goede koloniaal?
Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) geniet nog altijd de reputatie van Nederlands grootste arabist. Toch is het een omstreden reputatie; van een bevlogen wetenschapper die een broertje dood had aan het leven onder professoren, die niet maalde om schone handen, en wiens nieuwsgierigheid, overtuigingen en geldingsdrang hem niet alleen brachten tot in het donkere hart van het Nederlandse koloniale project – naast Van Heutsz in Atjeh –, maar ook tot pleiten voor dekolonisatie. Marijn Kruk leest de eerste echte biografie van Snouck en tracht de balans op te maken.