Advertentie
Banner

‘Nixolisa ngani?’ – Waarmee bied je je excuses aan?

Voor zover ze beleden worden, worden de Nederlandse excuses voor het slavernijverleden dat toch vooral met de mond. Maar, vraagt Panashe Chigumadzi in haar ZAM Nelson Mandela-lezing, hoe kun je om vergiffenis vragen zonder als daad van berouw ook daadwerkelijk iets op te geven en zo iets te doen aan de gevolgen van ‘eeuwen aan economische, politieke, sociale en geestelijke misdaden’?

Je excuses aanbieden doe je niet met woorden. Ons historisch bewustzijn van de Afrikaanse morele wetten vereist dat we de Nederlanders, de Fransen, de Portugezen, de Duitsers en al onze overige slavenmeesters en kolonisatoren de vraag stellen: ‘Nixolisa ngani?’ – ‘Waarmee bied je je excuses aan?’

Dit is de kern van het recht en van ons Afrikaanse herstelrecht.

Als Zwarte mensen vragen we ‘Nixolisa ngani?’ – Waarmee bied je je excuses aan? Want wij begrijpen: de vorm verraadt de achterliggende intentie. Herstelbetalingen zijn de belichaming van de intentie van boetedoening in onze stoffelijke wereld.

Nixolisa ngani? is een vraag die erop aandringt dat onze slavenmeesters en kolonisatoren in de buidel tasten en ons laten zien hoe substantieel die excuses zijn.

***

We moeten duidelijk zijn over wat we vragen – herstelbetalingen betekenen niets minder dan het einde van de wereld zoals we die kennen. Herstelbetalingen vereisen dat er wordt herinnerd. Herstellen is opnieuw herinneren. Het betekent herinneren hoe we hier zijn beland. Het betekent dat we een historische herinnering aan het verleden, het heden en de toekomst hebben. Laat ons dus bij het begin beginnen:

De trans-Atlantische slavernij is de materiële en metafysische baarmoeder van de moderne wereld.

De trans-Atlantische slavernij is de materiële en metafysische baarmoeder van de moderne wereld.

Onze voormalige slavenmeesters en kolonisatoren weten dit maar al te goed, en het is daarom dat ze zullen weigeren om hun beurzen te openen, om verder dan spijtbetuigingen en zogenaamde excuses te gaan, naar herstelbetalingen. Herstelbetalingen aanbieden betekent de wereld vernietigen, alles waarop dit zeshonderd jaar oude systeem van de moderne wereld is gebouwd ondersteboven keren. Herstelbetalingen eisen betekent dat we de beangstigende werkelijkheid moeten confronteren dat alles in onze materiële en metafysische wereld zal moeten veranderen.

De trans-Atlantische slavernij is de materiële en metafysische baarmoeder van de moderne wereld.

Niemand minder dan de stamvader van het moderne kapitalisme, Adam Smith, verklaarde in De welvaart van landen dat ‘de ontdekking van Amerika [in 1492], en die van toegang tot Oost-Indië via Kaap de Goede Hoop [in 1498] de twee grootste en belangrijkste gebeurtenissen in de geschiedenis van de mensheid zijn’. In de negentiende eeuw herhaalden Marx en Engels Smiths stelling in Het communistisch manifest, en verklaarden dat deze onlosmakelijk aan elkaar verbonden gebeurtenissen – de ontdekking van de zogenaamde Nieuwe Wereld en het ronden van Kaap de Goede Hoop – een buitengewone impuls gaven aan navigatie, handel en industrie, zoals die nooit eerder waar dan ook ter wereld was gezien. (1) Maar wat Smith, Marx en Engels nalieten te benoemen is het spook dat in het wonderlijke radarwerk van de moderniteit waart: de trans-Atlantische slavenhandel.

Slavernij is de materiële baarmoeder van de moderne wereld.

In het hart van de Nieuwe Verwereldlijking die ons, Zwarte mensen, ‘ontwereldde’ vinden we de Oost-Indische Compagnie, oftewel de VOC. (2) De VOC werd opgericht in 1602, minder dan een decennium nadat de eerste Nederlandse slavenschepen langs Kaap de Goede Hoop waren gevaren. Deze oorspronkelijke, monstrueuze multinational vormde de eerste rechtstreekse link tussen het Oosten en het Westen, en was een pionier in de wereldwijde slavenhandel. Hiermee werd de VOC het rijkste en machtigste bedrijf van de zeventiende eeuw. Gedurende het grootste deel van de Nederlandse Gouden Eeuw was de Nederlandse Verenigde Oost-Indische Compagnie een van de grootste spelers in de slavenhandel op de Indische Oceaan, terwijl haar zusterbedrijf, de Nederlandse Verenigde West-Indische Compagnie, de trans-Atlantische slavenhandel monopoliseerde – wat betekent dat ze de financiële instrumenten en technologie pionierden die het hun Engelse, Franse, Spaanse en Portugese mede-slavenhandelaren mogelijk zou maken hun eigen op slavenarbeid gestoelde imperiums op te bouwen. (3) De grootboeken van de Verenigde Oost-Indische Compagnie leggen het feit bloot dat de term ‘raciaal kapitalisme’ in wezen een tautologie is: kapitalisme kent altijd een raciale invulling. En racialisering is altijd kapitaliserend. Want wat is kapitalisme anders dan een systematische rangschikking van wie het meest geschikt is voor exploitatie en uitbuiting?

Slavernij is de metafysische baarmoeder van de moderne wereld.

De witte vaders postuleerden, bij wijze van oppositie: ‘wij denken, omdat de Ander dat niet doet’, ‘wij zijn, want de Ander is niet’, ‘de meester is, omdat de slaaf niet is.’

In 1637, het jaar waarin de Nederlanders de wereldwijde handel in Afrikaanse lichamen versnelden door de Portugese slavenmarkten van Fort Elmina, São Tomé en Luanda te veroveren (4), articuleerde René Descartes, de voornaamste intellectueel van de Gouden Eeuw en de vader van de moderne westerse filosofie, haar ‘grondbeginsel’: ‘Ik denk dus ik ben.’ (5) Het Cartesiaanse dualisme van lichaam en geest ontstond allesbehalve in een historisch vacuüm, maar ontwikkelde zich hand in hand met de opmars van de trans-Atlantische handel in Afrikaanse lichamen, en formuleerde de oervoorwaarde voor rede en ratio in de moderne westerse filosofie zo als ‘ontlichamelijking’. Descartes’ stelling ‘Ik denk dus ik ben’ stelde het redelijke en rationale subject uiteindelijk tegenover het onredelijke en irrationale tot slaaf gemaakte Zwarte lichaam, dat zich volgens filosofen als Hegel, Kant, Hume en zelfs Nietzsche buiten geschiedenis, morele wetten en bewustzijn bevond. Dus: rede en ratio zijn vanaf het allereerste begin gestoeld op anti-Zwartheid. (6) De witte vaders postuleerden, bij wijze van oppositie: ‘wij denken, omdat de Ander dat niet doet’, ‘wij zijn, want de Ander is niet’, ‘de meester is, omdat de slaaf niet is.’ Met de breuk die de trans-Atlantische slavenhandel was, ontzegde de Europese metafysische wereld alle mensen van Afrikaanse afkomst aanspraak op lichamelijke integriteit, territorium en soevereiniteit, aangezien wij geen aanspraak kunnen maken op rede, ratio, moraliteit en een ontologische legitimiteit die de meester dient te respecteren.

We zien dit terug in hoe de Nederlandse kolonisten in de Kaap de morele en politieke argumenten van de onderworpen Inheemse leiders terzijde schoven na afloop van de Khoi-Nederlandse Oorlog van 1659-1660 – Zuid-Afrika’s eerste grote oorlog van verzet tegen de mentaliteit van de slavenhouder-kolonist. Een aantal leiders van de Khoi, zoals Nommoa, reisden naar andere delen van het Nederlandse slavenhandelsrijk om met een beroep op hun in het Afrikaanse recht verankerde Inheemse rechten op soevereiniteit en landbezit bezwaar te maken tegen de Nederlandse landverovering. Ze vroegen: ‘Als [wij Afrikanen] naar Nederland zouden komen, zouden [wij] dan op eenzelfde manier mogen handelen zoals jullie hier doen?’ De onderworpen Khoi-leiders bleven proberen de kolonisten tot rede te bewegen, en vroegen: ‘Van wie kan dan op grond van de ultieme rechtvaardigheid verwacht worden dat zij zich terugtrekken: de oorspronkelijke eigenaren, of de vreemde indringers?’ Geërgerd omdat zij stonden op hun soevereiniteit antwoordde Jan van Riebeeck, die Kaapstad als commandeur in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in 1652 had gesticht als herbevoorradingspost, dat hij niet gebonden was aan hun wetten en territoriumeisen, omdat het land, in zijn woorden, ‘was veroverd door middel van het zwaard’. (7) Hij beriep zich daarmee op zijn Europese ‘recht van verovering’, zoals dat was geformuleerd in de pauselijke encycliek van 1493 (waarmee de Spaanse verovering van Amerika als wettelijk werd erkend), en dat hem toestond al het Inheemse land, waar dan ook, te beschouwen als ‘onbewoond land’, vrij om te nemen. Zo gingen de morele wetten en argumentatie van de meesters voorbij aan die van de tot slaaf gemaakten en gekoloniseerden.

***

Nu, eeuwen later, worstelt deze wereld ermee zichzelf te verbeelden buiten deze dialectiek van meester versus tot slaaf gemaakte. Het is deze worsteling – de worsteling onszelf te bevrijden van de materiële en metafysische dialectiek van de meester en de tot slaaf gemaakte – die de geschiedenis van de moderne strijd heeft aangedreven.

Het is geen toeval dat Zuid-Afrika tot op de dag van vandaag de meest ongelijke samenleving is. De geschiedenis van Zuid-Afrika belichaamt bij uitstek de gewelddadige gevolgen van een bevoordeelde witte minderheid van aan Europa verbonden kolonisatoren enerzijds en de tragiek van een aan Afrika verbonden Zwarte Inheemse meerderheid anderzijds.

De geschiedenis van Zuid-Afrika vormt op velerlei manieren een kader voor de moderne sociale en politieke strijd tussen slavenmeester en tot slaaf gemaakte, kolonisator en gekoloniseerde, kapitaal en arbeid: van Vasco da Gama’s landing op Kaap de Goede Hoop (in 1497) tot de Nederlandse slavencultuur op de Kaap, de contractarbeiders, landonteigeningen, en de antiapartheidsstrijd tot de val van de Apartheid in 1994. (8) Door de geografische en geopolitieke positie – onder meer de strategische ligging tussen Oost en West, de enorme concentratie aan mineralen en het gematigde klimaat – kwamen de extremen van de geschiedenis samen in Afrika’s meest zuidelijke punt. Het is geen toeval dat Zuid-Afrika tot op de dag van vandaag de meest ongelijke samenleving is. (9) Voldragen in de baarmoeder van de Nederlandse slavernij op de Kaap, belichaamt de geschiedenis van Zuid-Afrika bij uitstek de gewelddadige gevolgen van een bevoordeelde witte minderheid van aan Europa verbonden kolonisatoren enerzijds en de tragiek van een aan Afrika verbonden Zwarte Inheemse meerderheid anderzijds. Vandaar Stuart Halls beroemde stelling dat Zuid-Afrika in de wereldgeschiedenis een ‘grensgeval’ is in theoretisch opzicht, en een ‘proefballon’ in politiek opzicht. (10)

Terwijl Apartheid Zuid-Afrika een van de meest meeslepende politieke drama’s van de twintigste eeuw opvoerde, hield de witte wereldopinie haar adem in toen een Zwarte meerderheid werd gevormd, wachtend op een nacht van de lange messen gericht tegen wit Zuid-Afrika. In plaats daarvan gaf het Zuid-Afrika van Mandela de wereld aan het einde van de geschiedenis een ‘mirakel’, een regenboog die reikte naar gerechtigheid. Mandela’s post-Apartheid ‘mirakel’ leek witten wereldwijd hun zonden te vergeven.

Nadat het in 1994 onderhandelde akkoord de Zwarte politieke rechten had vastgelegd, evenals de bescherming van witte eigendomsrechten, schreef Mandela’s post-Apartheidsregering de oprichting van een Waarheids- en Verzoeningscommissie voor. Zuid-Afrika zou niet richting Neurenberg gaan, Zuid-Afrika zou naar de kerk gaan. De wereld beschouwde de, door de steevast in paarse dracht gaande aartsbisschop Desmond Tutu voorgezeten, post-Apartheid Waarheids- en Verzoeningscommissie als het voorbeeld voor hoe de geschiedenis te boven te komen en wereldwijde raciale verzoening te bewerkstelligen.

Terwijl hij de WVC voorzat, stootte aartsbisschop Tutu ubuntu – de Afrikaanse filosofie die het best kan worden begrepen door het concept ‘umuntu ngumuntu ngabantu’: ‘een mens is een mens in relatie tot anderen’ – op in de wereldwijde verbeelding. (11)

Tutu verklaarde dat de door de WVC toegepaste amnestie geworteld was in ubuntu: ‘Het Afrikaanse recht is herstellend, niet vergeldend.’ Niettemin was Tutu’s theologie van gratie en vergiffenis verankerd in wat zijn voormalig collega eerwaarde Allan Boesak later bekritiseerde als een ‘verchristelijkt ubuntu’. (12) Tutu’s WVC kreeg een beperkt mandaat van twee jaar om aantijgingen te horen van ‘mensenrechtenschendingen’ tussen 1 maart 1960, de maand van het Bloedbad van Sharpeville, en 10 mei 1994, de datum van Mandela’s inauguratie… Een pijnlijk kort tijdsbestek van vierenveertig jaar aan onrechtvaardigheid in een land waar de Nederlandse verovering van de Kaap in 1652 de basis legde voor eeuwenlange genocide, slavernij, contractarbeid en landonteigening. De slavernij op de Nederlandse Kaap is de baarmoeder van 342 jaar raciaal geweld dat slechts in naam eindigde met het einde van de Apartheid. We kunnen de relatie tussen meester en tot slaaf gemaakte ten tijde van de Apartheid niet eens beginnen te adresseren zonder ook die van de Kaap te benoemen.

De Kaap-gemeenschap kwam niet slechts tot stand als een gemeenschap met slaven, maar als een slavengemeenschap. Van 1652 tot 1805, toen de Britten de Kaap voor de tweede keer veroverden, voerden de Nederlanders minstens 63.000 mensen aan van over het gehele bekken van de Indische Oceaan, van de Zuidoostelijke kust van Afrika helemaal tot aan de Indonesische archipel.

De WVC, nominaal geworteld in de herstellende rechtspraak van ubuntu, had geen oog voor eeuwen aan raciaal geweld in Zuid-Afrika, ondanks dat het Afrikaans recht stelt: ‘Ityala aliboli.’ – ‘Een misdaad rot niet.’ (13) Met andere woorden, omdat ubuntu tijd en ruimte overstijgt – een mens is een mens door diegenen die voor ons kwamen, zij die naast ons lopen, en zij die na ons komen – is er voor hen die onrecht is aangedaan geen tijdslimiet om zich bij een rechtbank te melden voor rechtvaardigheid, herstel en compensatie. Ubuntu’s eis tot herstelrecht wordt dus niet begrensd door een verjaringstermijn. Maar door die alsnog te stellen op een periode van vierenveertig jaar, ontkende de WVC hoe belangrijk en historisch bepalend de slavernij was voor de totstandkoming van de Zuid-Afrikaanse samenleving. Op 28 maart 1658 kwam De Amersfoort op Kaap de Goede Hoop aan met de eerste lading tot slaaf gemaakten: 147 Angolese kinderen, groter in getal dan de kolonisten zelf, veranderden de kolonie voorgoed. Aangezien de tot slaaf gemaakten groter in aantal waren dan de kolonisten, kwam de Kaap-gemeenschap niet slechts tot stand als een gemeenschap met slaven, maar als een slavengemeenschap. (14) Bijna zeven weken later arriveerde De Hasselt met 228 tot slaaf gemaakten van Dahomey. Van 1652 tot 1805, toen de Britten de Kaap voor de tweede keer veroverden, voerden de Nederlanders minstens 63.000 mensen aan van over het gehele bekken van de Indische Oceaan, van de Zuidoostelijke kust van Afrika helemaal tot aan de Indonesische archipel. (15) Dat is nog zonder het aantal Inheemse Afrikanen dat door de Nederlanders overwonnen en tot slaaf werd gemaakt. Het tot slaaf maken van Inheemse inwoners was illegaal, maar desondanks gaf de VOC de Boeren het recht om commandos te vormen; milities van vrijburgers die veroveringsoorlogen voerden tegen de Inheemse Afrikanen en die plundertochten ondernamen op zoek naar slaven. (16) In 1775 werd het tot slaaf maken van Inheemse Afrikanen gelegaliseerd als ‘inboekstel’: een zogenaamd leerlingschap van door veroveringsoorlogen verweesde Afrikaanse kinderen en jongvolwassenen tussen de achttien en vijfentwintig jaar oud. (17)

Door de eeuwen aan terreur die aan de basis van Zuid-Afrika liggen terzijde te schuiven en een grens te trekken bij vierenveertig jaar werd de WVC in feite niet gebonden aan Afrikaanse jurisprudentie, maar, zoals Boesak correct stelde, aan een ‘verchristelijkt ubuntu’. Zonder het mandaat om de historische verovering van het land en zijn mensen recht te trekken, was het Tutu’s onmogelijke taak als hoofd van de WVC om met behulp van een verchristelijkt ubuntu de Zwarte en witte bevolking van Zuid-Afrika te verenigen in één natie, die hij ‘de regenboogmensen van God’ noemde. (18)

***

De slachtoffers van de Apartheid wilden de waarheid. Een miljoen Zwarte kijkers bezorgden het wekelijkse Truth and Reconciliation Committee (TRC): Special Report destijds de hoogste kijkcijfers. (19)

Begunstigden van de Apartheid weigeren de waarheid onder ogen te zien. Weinig witte Zuid-Afrikanen keken naar TRC: Special Report, en protesten van witte radioluisteraars leidden ertoe dat TRC-uitzendingen voortaan na acht uur ’s avonds werden uitgezonden – ‘wanneer de meeste boeren niet meer luisteren’. (19)

De architecten van de Apartheid weigeren spijt te betuigen. P.W. Botha, president ten tijde van de Apartheid, verklaarde: ‘Ik betuig enkel tegenover God spijt van mijn zonden.’ (20)

Ook al toonde wit Zuid-Afrika berouw noch nederigheid, het was verrast en dankbaar voor het uitblijven van daden van zogenaamde ‘bitterheid’ en ‘wraakzucht’ van de kant van Zwart Zuid-Afrika. Beyers Naudé, een Nederlands gereformeerd voorganger die zich als een van de weinige Afrikaners publiekelijk tegen de Apartheid had gekeerd, verklaarde: ‘Op de een of andere ongelooflijke wijze heeft God de zaden van een genadige houding, van de geest van ubuntu, in de harten en geesten van de gehele Afrikaanse gemeenschap gezaaid.’ (21)

Ubuntu stelt dat ukuhlawula, de vergoeding van letselschade, niet kan bestaan zonder ukubuyisa, het herstellen van beschadigde relaties. Ubuntu vereist kostbare vergeving – je kan geen vergiffenis ontvangen zonder als daad van berouw iets te hebben opgegeven.

Naudés ontzag voor de ogenschijnlijke wonderbaarlijkheid van de overgang legt op een aantal manieren bloot hoe zelfs het meer oprechte, toegewijde deel van wit Zuid-Afrika er niet in is geslaagd zichzelf werkelijk te verenigen met de radicale, ethische vereisten die ubuntu aan hen stelde om te komen tot een betekenisvolle verzoening met de Zwarte bevolking.

Als Zwarte mensen vragen we: nixolisa ngani? – waarmee bied je je excuses aan? Want begrepen wordt dat spijt betuigen niet iets is wat je met je mond doet. Het stoffelijke maakt de intentie tastbaar. Herstelbetalingen belichamen de geest van boetedoening in onze materiële wereld.

Ubuntu stelt dat ukuhlawula, de vergoeding van letselschade, niet kan bestaan zonder ukubuyisa, het herstellen van beschadigde relaties. Ubuntu vereist kostbare vergeving – je kan geen vergiffenis ontvangen zonder als daad van berouw iets te hebben opgegeven.

En dus vragen we opnieuw: waarmee bied je je excuses aan?

Je rekenschap geven van ubuntu als de basis van Afrikaanse jurisprudentie en herstelrecht betekent ook ihlawulo yokubuyisa centraal stellen: schadeloosstelling als voorwaarde om de relatie te herstellen.

Inderdaad raadde de WVC beperkte herstelbetalingen aan voor slachtoffers en families die getuigden. Later riep Tutu op tot het invoeren van vermogensbelasting voor alle witte Zuid-Afrikanen. De overheid negeerde beide aanbevelingen. Wit Zuid-Afrika verwierp Tutu’s vermogensbelasting. Evenzeer wezen ze de roep van Zwart Zuid-Afrika om landteruggave af. Witte Zuid-Afrikanen, tezamen negen procent van de bevolking, bezitten vandaag tweeënzeventig procent van het land, terwijl wij, Zwarte mensen, die negenenzeventig procent van de bevolking uitmaken, één procent bezitten. (22) Net zoals ze zich ons land hebben toegeëigend, heeft wit Zuid-Afrika zich ubuntu als niemandsland toegeëigend en het ontdaan van zijn radicale, ethische vereiste van herstel door herstelbetaling. (23)

Een wereld waarin de voorwaarden voor rede, rationaliteit, morele wetten, bewustzijn en geschiedenis nog altijd bepaald worden door onze voormalige slavenmeesters en kolonisatoren, blijft de Zwarte eis voor herstel en herstelbetalingen beschouwen als onredelijk en irrationeel, doortrokken van gevoelens van vergelding en wraak. Met andere woorden, de Zwarte eis voor herstelbetalingen blijft ondenkbaar in deze wereld.

In het discours van deze wereld blijft het radicale Afrikaanse herstelrecht de wet van de tot slaaf gemaakten, en ondertussen worden we nog altijd geregeerd door de wet van de meesters.

***

Wij beschouwen de excuses die de Nederlandse premier op 19 december 2022 maakte voor de historische rol van Nederland in de slavenhandel in het licht van deze oneerlijke verhoudingen – en vragen de Nederlandse staat: nixolisa ngani? – waarmee bied je je excuses aan?

Wij vragen: wat stelt 200 miljoen euro voor in het licht van eeuwen aan economische, politieke, sociale en geestelijke misdaden, begaan tegen onze mensen? Wat betekent 200 miljoen euro voor een economie met een waarde van meer dan 894 miljard euro?

De Nederlandse excuses voor de slavernij zijn karig. De Nederlandse excuses voor de slavernij worden enkel beleden met de mond. Lege handen, op het aanbod van 200 miljoen euro voor de oprichting van museums en onderwijsinstellingen om het bewustzijn rond de erfenis van de slavernij te verhogen na.

Wij vragen: wat stelt 200 miljoen euro voor in het licht van eeuwen aan economische, politieke, sociale en geestelijke misdaden, begaan tegen onze mensen? Wat betekent 200 miljoen euro bloedgeld uit de beurs van de begunstigden van de Gouden Eeuw van de Nederlandse slavenhandel? Wat betekent 200 miljoen euro voor een economie met een waarde van meer dan 894 miljard euro? (24) 200 miljoen euro: het betekent beslist minder dan 0,02% van het Nederlandse bbp. Dit beledigende aanbod voor reflectie bedraagt nog niet eens één procent van de miljarden die met het bloed van slaven naar binnen zijn geharkt.

Opnieuw vragen wij: waarmee bied je je excuses aan?

Wij vragen: wat betekenen excuses die de nazaten van tot slaaf gemaakten en gekoloniseerden door de strot worden geduwd? (25) Om te beginnen, de Nederlandse staat negeerde het verzoek om de excuses van de Nederlandse koning te ontvangen. Dat de Nederlandse premier er vervolgens voor koos om excuses te maken op 19 december 2022, en het verzoek negeerde om die op Keti Koti – de honderdvijftigste verjaardag van de afschaffing van de Nederlandse slavernij op 1 juli 2023 – over te brengen, is een grove belediging. Extra zout in de wond was dat de premier geen georganiseerde bijdragen en steun van de Caraïben zocht. Evenmin zocht hij de betrokkenheid van de vele Afrikaanse landen die ook leden onder de bebloede Nederlandse handen. Of het nu gaat om West- en Centraal-Afrikaanse landen als Ghana en Angola, wier Atlantische kusten de littekens van ten minste tien Nederlandse slavenforten dragen (26); of Mozambique en Madagaskar, wier gekidnapte bevolking door het gehele bekken van de Indische Oceaan werd verscheept; of Zuid-Afrika, waar de Nederlanders tenminste 63.000 mensen tot slaaf maakten. (27) We moeten de eenzijdige Nederlandse excuses zien als een intentieverklaring: de voormalige meester zal de voormalige slaaf de voorwaarden voor verzoening blijven dicteren. Onze voormalige slavenmeesters zullen ons in het keurslijf van gedwongen verzoening en vergeving dwingen, zonder herstelbetalingen. En zonder herstelbetalingen zullen de erfgenamen van onze slavenmeesters voordeel blijven genieten van de misdaden van hun erflaters.

We moeten de eenzijdige Nederlandse excuses zien als een intentieverklaring: de voormalige meester zal de voormalige slaaf de voorwaarden voor verzoening blijven dicteren.

Opnieuw: waarmee bied je je excuses aan?

We moeten ons realiseren dat de weigering van voormalige slavenmeesters om tot herstelbetalingen over te gaan niet voorbehouden is aan de Nederlandse staat of de witte Zuid-Afrikaanse kolonisten. Onze Brits-Caraïbische lotgenoten hebben keer op keer de belediging moeten ondergaan van spijtbetuigingen voor de slavernij, aangeboden door de voormalig Britse premier David Cameron en prins William bij bezoekjes aan Jamaica en van koning Charles tijdens een bezoek aan Barbados. Tijdens zijn bezoek aan Jamaica in 2015 hield Cameron zijn beruchte ‘Laten we verdergaan’-toespraak, waarin hij bekendmaakte dat Groot-Brittannië 38 miljoen dollar aan ontwikkelingshulp zou besteden om een gevangenis in Jamaica te bouwen. Een gevangenis, moet je nagaan, die gevuld zou moeten worden met Jamaicanen die misdrijven hadden begaan in Groot-Brittannië. Geheel terecht besloten de Jamaicanen hun voorouders niet te schande te zijn en de Britse belediging ronduit te verwerpen. (28) In 2010 bood de Franse president Nicolas Sarkozy – berucht om zijn Hegeliaanse opmerking dat ‘Afrika nog niet volledig deel uitmaakt van de geschiedenis’ (29) – een hulp- en schuldkwijtscheldingspakket aan Haïti. Dit was amper zeven jaar nadat de Haïtiaanse president Jean-Bertrand Aristide eiste dat Frankrijk Haïti meer dan 21 miljard dollar zou betalen: het toenmalige equivalent van de 90 miljoen gouden franken die Haïti gedwongen werd Parijs te betalen nadat het zich had vrijgevochten van de slavernij. Het is geen toeval dat Haïti, de eerste natie die met een succesvolle slavenopstand zijn meesters onttroonde, de eerste en enige natie werd die diezelfde voormalige meesters en hun nakomelingen nog decennialang herstelbetalingen moest betalen. Aristide had de herstelbetalingen nog niet geëist, of Frankrijk en de Verenigde Staten orkestreerden een coup tegen hem. (30)

Het moge duidelijk zijn: de zwarte eis voor herstelbetalingen is onmogelijk binnen de huidige wereldorde.

In augustus 2020 verwierp Namibië officieel de magere 12 miljoen dollar compensatie die Duitsland bood voor het plegen van de eerste genocide van de twintigste eeuw, gedurende hun koloniale oorlog tegen de Nama en OvaHerero tussen 1904 en 1908. (31) Namibië wees het aanbod af, niet alleen omdat het bedrag een belediging was, maar ook omdat post-nazi-Duitsland weigerde de genocide tegen bijna 100.000 mensen een genocide te noemen. (32) Bovendien weigerden ze de herstelbetaling als zodanig te benoemen en noemden ze die in plaats daarvan ‘de wonden helen’. (33) Een jaar later slaagde Namibisch protest er uiteindelijk in Duitsland te dwingen het een genocide te noemen en excuses aan te bieden. Duitsland weigert echter nog steeds over te gaan tot herstelbetalingen. In plaats daarvan bood het financiële ondersteuning ter waarde van 1,34 miljard dollar. (34)

Wat zegt het ons als post-nazi-Duitsland, het braafste jongetje van de klas als het aankomt op boetedoening en herstelbetalingen in de nasleep van de Joodse Holocaust, zich niet laat bewegen tot herstelbetalingen voor zijn Zwarte Holocaust van de Nama en Herero?

De voortdurende weigering van post-nazi-Duitsland – het wereldwijde voorbeeld als het aankomt op het afleggen van historisch rekenschap – om te betalen voor herstelvanzijn zonden tegen Zwarte bevolkingen dwingt ons een zo mogelijk nog beangstigender openbaring over de moderne wereld, ras, herstel en anti-Zwartheid onder ogen te zien.

De Zwarte eis voor herstelbetalingen is onmogelijk binnen de huidige wereldorde. Als slavernij de materiële en metafysische baarmoeder van de moderne wereld is, dan betekenen herstelbetalingen niets minder dan het einde van de wereld zoals we die kennen.

Zoals een Duitse historicus opbiechtte: ‘Herstelbetalingen aan Namibië zouden een precedent kunnen scheppen voor België en Congo, Frankrijk en Algerije of Groot-Brittannië en de geschiedenis van de slavenhandel. De nakomelingen van de Herero [en Nama] weten dit ook.’ Net als Zuid-Afrika. Net als Nederland. Net als de wereld. (35)

Nogmaals, het moge duidelijk zijn: de Zwarte eis voor herstelbetalingen is onmogelijk binnen de huidige wereldorde. Als slavernij de materiële en metafysische baarmoeder van de moderne wereld is, dan betekenen herstelbetalingen niets minder dan het einde van de wereld zoals we die kennen.

Onze voormalige slavenmeesters en kolonisatoren weten dit maar al te goed. Wanneer die de vorm zou krijgen van de overeenkomst die Duitsland en Israël in 1952 sloten ter compensatie voor de Holocaust, zou een overeenkomst over herstelbetalingen voor de misdaden begaan tegen Zwarte mensen ongetwijfeld het bankroet en de instorting van de westerse economie betekenen. Daarom moeten we het beangstigende feit onder ogen zien dat herstelbetalingen onmogelijk kunnen worden aangeboden binnen de huidige wereldorde.

***

Een serieuze oproep voor herstelbetalingen vereist dat we onszelf bevrijden van de fictie dat onze Zwarte Radicale Tradities op z’n best afgeleid zijn van het historisch bewustzijn, de morele wetten, de filosofie en de politieke, epistemologische en temporele systemen van het Westen – zoals de telos van de internationale bourgeois democratische revolutie. Wanneer onze voorouders oorlogen van verzet voerden, deden zij dat op grond van hun historisch bewustzijn van Afrikaanse en Afro-afgeleide politieke en epistemologische paradigma’s. Toen, bijvoorbeeld, het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) na bijna vijftig jaar geweldloos verzet een bijeenkomst hield in de nasleep van het Bloedbad van Sharpeville in 1960, zette Nelson Mandela tegenover de communistische partijleider zijn standpunt over gewapende strijd kracht bij door zich te beroepen op politieke filosofie van de Tswana, die stelt dat ‘sebatana hase bokwe ka diatla’ – ‘de aanvallen van een wild dier kunnen niet met slechts blote handen worden afgeweerd’. (36) Opgevoed als hij was in het koninklijke huishouden van Aba Thembu, begreep Mandela dat de Afrikaanse politieke filosofie stelt dat het vraagstuk van gewelddadige en geweldloze strijd niet aankomt op principes, maar op tactiek. Het is dankzij Mandela’s historisch bewustzijn van de Afrikaanse politieke filosofie dat hij na Sharpeville betoogde, in zijn eigen woorden, dat het ‘verkeerd en immoreel was om [de] mensen bloot te stellen aan gewapende aanvallen door de staat zonder hen een alternatief te bieden’. Nu werd Mandela politiek volwassen onder het afrikanisme van Anton Lembede. Het ANC radicaliseerde midden jaren veertig onder invloed van een oplevend Afrikaans nationalisme dat zich liet inspireren door een geschiedenis van natievorming en verzet door negentiende-eeuwse Afrikaanse heersers als koning Moshoeshoe en Shaka en Sekhukhune. (37) Aangemoedigd door dit bewustzijn van Afrikaans gewapend verzet werd Mandela de leider van de nieuwe militaire tak van het ANC – Emkhonto we Sizwe: de Speer van de Natie.

Let wel, onze voorouders voerden hun oorlogen van verzet tegen de slavernij en het kolonialisme niet als vrije onderdanen die ernaar streefden opgenomen te worden in de politieke orde van deze wereld – oftewel in de eenentwintigste-eeuwse westerse bourgeoisie. Anders geloven is een veronachtzaming van hun historisch bewustzijn. Bijvoorbeeld: toen de Ashanti van Berbice (een deel van wat we nu kennen als Guyana) hun Nederlandse slavenhouders versloegen in hun opstand van 1763, installeerden ze hun politiek leider Kofi als de Asantehene van het eerste Afro-Caraïbische koninkrijk. Eenmaal bevrijd van hun meesters, verenigden de Ashanti zich met andere tot slaaf gemaakte Afrikanen, zoals de Creolen, in een poging Afrikaanse politieke en culturele gebruiken een rol te geven in het bestuur van het koninkrijk. (38)

Oftewel, het historisch bewustzijn van onze Zwarte Radicale Tradities vereist dat de telos van onze vrijheidsstrijd niet opname in de huidige wereldorde is. Onze voorouders zijn niet gestorven voor een plaats aan tafel. Nee, het historisch bewustzijn van onze Zwarte Radicale Tradities, opkomend van de onderzijde van de slavernijkapitalistische moderniteit, komt voort uit een denken dat ‘ondenkbaar’ is in de huidige wereldorde.

Juist daarom moeten we in dit eenentwintigste-eeuwse moment van zogenaamde verontschuldigingen en erkenning het ‘ondenkbare’ denken en het ‘onmogelijke’ eisen van deze wereld. Daarom vragen we onze slavenhouders opnieuw: waarmee bied je je excuses aan?

We vragen om deze herstelbetalingen in de volle wetenschap dat de vraag onredelijk is, het antwoord ondenkbaar, en de handeling onmogelijk in een wereld geboren uit de trans-Atlantische slavernij.

Ons historisch geheugen en bewustzijn heeft ons de gave geschonken dat we onszelf kunnen bevrijden uit een teleologie die stelt dat dit de enige mogelijke, of zelfs wenselijke, wereld is. Het schenkt ons het inzicht dat de wereld die we hebben niet onvermijdelijk is, of eeuwig: hij is historisch gevormd en geconstrueerd. Het historisch bewustzijn van onze voorouders schenkt ons een zicht dat voorbij het blikveld van onze eigen generatie rijkt. Gewapend als we zijn met voorouderlijk geheugen, is het nu aan ons om deel te nemen aan de geschiedenis en deze wereld te beëindigen.

***

Wanneer we om het einde van de wereld vragen, moeten we de vraag in herinnering brengen die Robert Mangaliso Sobukwe stelde bij de eerste bijeenkomst van het Pan-Afrikaanse Congres van Azania in 1959: ‘Asazi ukuthi iyozala nkomoni?’ (39) ‘We weten het niet, wat voor wezen geboren zal worden?’ Sobukwe stelde deze vraag met betrekking tot de vrijheid van Afrikanen thuis en overzee: als we eenmaal vrij zijn, wat voor wezen zullen we dan worden? We moeten deze vraag nu stellen: Iyozala  nkomoni? Als de wereld eenmaal vrij is, wat zullen wij dan worden?

Wat onze Afrikaanse historische verbeelding van de toekomst ons vertelt is dat de voorwaarde van een nieuwe wereld de volgende moet zijn: ‘feta kgomo, o tshware motho.’ Letterlijk vertaald: ‘Laat de koe los en bewaar de persoon.’ In andere woorden: mens over bezit – ‘mensen eerst’. Sobukwes bekende Zuid-Afrikaanse filosofie inspireerde verzetsbewegingen tegen Zwarte economische en sociale onderdrukking en ook zijn eigen Afrikaans-socialistische manifest voor het Pan-Afrikaanse Congres. (40) ‘Feta kgomo, o tshware motho’ – laat het vee los en bewaar je volk –, geworteld in de radicale ubuntu-ethiek van het menszijn, stelt dat de mens in de eerste plaats een sociaal wezen is, en niet slechts een economisch dier. (41) Sterker nog, als we vee beschouwen als de historische kern van de Afrikaanse materiële en metafysische wereld, gebiedt feta kgomo, o tshware motho ‘laat de wereld los en bewaar je volk’. Op basis van dit historisch bewustzijn eisten onze mensen – feta kgomo, o tshware motho indachtig – een einde aan een wereld gebaard uit een winstbejag zo monsterlijk dat het Afrikaanse mensen tot bezit maakte.

En vandaag eisen we herstelbetalingen in de volle wetenschap dat die het einde zullen betekenen van de Euro-Amerikaanse kapitalistische moderniteit.

We weten dat herstelbetalingen voor de trans-Atlantische slavernij en kolonisatie het bankroet van het Westen zullen betekenen en zijn economieën zullen doen instorten, en daarop zeggen we: feta kgomo, o tshware motho: laat je bloedgeld los.

Laten wij onze mensen bewaren: wij moeten voldoende van onszelf en onze voorouders en ongeborenen houden om deze wereld te beëindigen.

Wij moeten het onmogelijke van deze wereld blijven eisen en vragen: nixolisa ngani? – waarmee bied je je excuses aan?

Noten

(1) Karl Marx en Friedrich Engels, The Communist Manifesto (1848; Penguin Books 2011).

(2) Zie bijvoorbeeld Jonathan Scott, How the Old World Ended: the Anglo-Dutch-American Revolution, 1500-1800 (Yale University Press 2019).

(3) Zie bijvoorbeeld, Pepijn Brandon en Ulbe Bosma, ‘Slavery and the Dutch Economy, 1750-1800’, Slavery & Abolition 41/1 (2021): 43-76; Paul Doolan, ‘Beyond Profit: The Dutch role in the slave trade cannot be dismissed as a matter of numbers’, History Today 69/12 (12 december 2019); zie Caricoms commentaar op de Nederlandse excuses: https://guyanachronicle.com/2022/12/22/reparatory-justice-movement-moves-into-new-phase-with-netherlands-apology-for-slavery.

(4) Doolan, ‘Beyond Profit’.

(5) René Descartes, Discours de la méthode (1637; Flammarion 2000).

(6) Zie Calvin L. Warren, ‘Black Nihilism and the Politics of Hope’, CR (East Lansing, Mich.) 15/1 (2015): 215-48; Laurent Dubois, ‘An Enslaved Enlightenment: Rethinking the Intellectual History of the French Atlantic’, Social History (London) 31/1 (2006): 1-14. 2; Susan Buck-Morss, Hegel, Haiti, and Universal History (University of Pittsburgh Press 2009).

(7) Donald Moodie, The Record: or, A Series of Official Papers Relative to the Condition and Treatment of the Native Tribes of South Africa (A. A. Balkema 1960), 205.

(8) Zie het betoog van Ngugi wa Thiongo in zijn Steve Biko Memorial Lecture uit 2003, ‘Recovering our Memory: South Africa in the Black Imagination’, in: The Steve Biko Memorial Lectures, 2000-2008 (Steve Biko Foundation 2003; Pan Macmillan South Africa 2009).

(9) Victor Sulla,  Precious Zikhali, Pablo Facundo  Cuevas, Inequality in Southern Africa: An Assessment of the Southern African Customs Union (English) (World Bank Group 2022): http://documents.worldbank.org/curated/en/099125303072236903/P1649270c02a1f06b0a3ae02e57eadd7a82.

(10) Stuart Hall, ‘Race, Articulation, and Societies Structured in Dominance’ [1980], in: Essential Essays I: Foundations of Cultural Studies, David Morley (red.) (Duke University Press 2018), 172-221.

(11) Zie Panashe Chigumadzi, ‘Can white South Africa live up to Ubuntu, the African philosophy Tutu globalized?’, The Guardian (31 december 2021): https://www.theguardian.com/commentisfree/2021/dec/31/white-south-africa-ubuntu-african-tutu.

(12) Boesak beargumenteert specifiek dat Tutu’s ubuntu een christelijke theologie van vergiffenis aanhangt die geworteld is in Mattheüs 18:22, dat oproept niet zeven maar zevenenzeventig keer vergiffenis te schenken: Allan Boesak, Pharaohs on Both sides of the Blood red-waters: Prophetic critique of Empire: Resistance, Justice, and the Power of the Hopeful Sizwe-A Transatlantic Conversation (Wpf & Stock Publishers 2017), 117, 122.

(13) Zie bijvoorbeeld ‘You’re buying stolen land Mr Branson’, Mail and Guardian (22 mei 2014): https://mg.co.za/article/2014-05-22-youre-buying-stolen-land-mr-branson/; ‘“Apologise or face the courts” – Mpofu to Ramaphosa on behalf of families of slain Marikana workers’, News24 (16 augustus 2020): https://www.news24.com/news24/southafrica/news/apologise-or-face-the-courts-mpofu-to-ramaphosa-on-behalf-of-families-of-slain-marikana-workers-20200816.

(14) Zie A. van Rensburg, ‘The Amersfoort’, Capensis 3 (2000), 5-26 over de reis van dit schip dat de tot slaaf gemaakten naar de Kaap bracht. Rond 1711 waren tot slaaf gemaakten consequent in de meerderheid ten opzichte van ‘vrije burghers’. Nigel Worden, Slavery in Dutch South Africa (Cambridge University Press 1985), 10-15.

(15) Robert Shell berekende dat tussen 1652 en 1808 zo’n 63.000 tot slaaf gemaakten naar Kaap de Goede Hoop werden gebracht. Robert Carl-Heinz Shell, Children of Bondage: A Social History of the Slave Society at the Cape of Good Hope, 1652-1838 (Wesleyan University Press 1994), 50.

(16) Shula Marks, ‘Khoisan Resistance to the Dutch in the Seventeenth and Eighteenth Centuries’, Journal of African History 13/1 (1972), 55-80, 67; ‘The Khoisan to 1828’, in: Richard Elphick, Hermann Giliomee and James C. Armstrong, The Shaping of South African Society, 1652-1840 (2nd ed.: Wesleyan University Press 1989), 3-65;  ‘The time of the commandos’, in Nigel Penn, The Forgotten Frontier: Colonist and Khoisan on the Cape’s Northern Frontier in the 18th Century. (Ohio University Press; Double Storey Books 2005).

(17) Elizabeth A. Eldredge and Fred Morton, Slavery in South Africa: Captive Labor on the Dutch Frontier (Westview Press 1994).

(18) Claudia Braude, ‘Media should Get the Truth Out’, Mail & Guardian (7-13 februari 1997).

(19) Ibid.

(20) Lynne Duke, ‘South Africa’s Botha Offers No Apologies’, Washington Post (24 januari 1998): https://www.washingtonpost.com/archive/politics/1998/01/24/south-africas-botha-offers-no-apologies/7acf5beb-6a0b-42b0-9b21-29c779a72574.

(21) ‘South Africa: The Spirit of Reconciliation’, Sojourners 23/6 (1994), 9.

(22) Department of Rural and Land Development. Republic of South Africa, Land Audit Report: Phase II Private Land Ownership by Race, Gender and Nationality (2017), 3-4: https://www.gov.za/sites/default/files/gcis_document/201802/landauditreport13feb2018.pdf.

(23) Zie Chigumadzi, ‘Can white South Africa live up to Ubuntu’.

(24) Centraal Bureau voor de Statistiek (Nederland), ‘Veel doorvoer van goederen, opbrengsten relatief laag’ (10 december 2021):https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2021/49/veel-doorvoer-van-goederen-opbrengsten-relatief-laag.

(25) Zie nogmaals Caricoms commentaar (ibid.) en de Aljazeera-stream van het debat van 21 december: ‘Can an apology heal the harm left by slavery?’: https://youtu.be/ooTbi90eqmU.

(26) Zie bijvoorbeeld Gijs van der Ham, Dof goud: Nederland en Ghana, 1593-1872 (Vantilt 2013).

(27) Shell, Children of Bondage, ibid.

(28) ‘David Cameron rules out slavery reparation during Jamaica visit’, BBC (30 september 2015):  https://www.bbc.com/news/uk-34401412; ‘Britain to Jamaica: In Lieu of Reparations, Here’s a Prison’, Foreign Policy (1 oktober 2015): https://foreignpolicy.com/2015/10/01/britain-to-jamaica-in-lieu-of-reparations-heres-a-prison.

(29) ‘Le discours de Dakar de Nicolas Sarkozy’, Le Monde Afrique (9 november 2023):  https://www.lemonde.fr/afrique/article/2007/11/09/le-discours-de-dakar_976786_3212.html.

(30) ‘Demanding Reparations, and Ending Up in Exile’, The New York Times (20 mei, 2022): https://ww.nytimes.com/2022/05/20/world/americas/haiti-aristide-reparations-france.html.

(31) ‘Namibia rejects German compensation offer over colonial violence’, The Guardian (12 augustus 2020): https://www.theguardian.com/world/2020/aug/12/namibia-rejects-german-compensation-offer-over-colonial-violence.

(32) ‘A mere €10 million for Germany’s genocide in Namibia?’, DW (13 augustus 2020): https://www.dw.com/en/namibia-herero-nama-genocide-reparations/a-54560681.

(33) ‘Namibia rejects German reparations offer’, DW (8 december 2020): https://www.dw.com/en/namibia-germany-reparations/a-54535589.

(34) ‘Germany officially recognises colonial-era Namibia genocide’, BBC (28 mei 2021): https://www.bbc.com/news/world-europe-57279008.

(35) ‘Germany moves to atone for forgotten genocide in Namibia’, The Guardian (25 december 2016): https://www.theguardian.com/world/2016/dec/25/germany-moves-to-atone-for-forgotten-genocide-in-namibia.

(36) Nelson Mandela, Long Walk to Freedom: The Autobiography of Nelson Mandela (Little, Brown 1994), 236.

(37) Anton Musiwakhe Lembede, ‘Some basic principles of African Nationalism’ [1945], in: R.E. Edgar and L.K. Msumza (eds), Freedom in Our Lifetime: the Collected Writings of Anton Musiwakhe Lembede (Ohio University Press 1996), Anton Musiwakhe Lembede, Ashby Peter Mda and Jordan Kush Ngubane, ‘Congress Youth League manifesto’ [1944],in: ibid.

(38) J.J. Hartsinck, ‘Berbice Revolt of 1763’, Journal of the British Guiana Museum and Zoo 20 (1958); A.J. Cameron, The Berbice Uprising, 1763 (Caribbean Press 2013).

(39) Robert Mangaliso Sobukwe, ‘Opening address to PAC inaugural convention’ [1959], in: Karis, Thomas, and Gwendolen M. Carter (red.), From protest to challenge: A Documentary history of African politics in South Africa, 1882-1990, III: Challenge and violence, 1953-1964 (Jacana 2013), 14; zie ook: Delport Terblanche, ‘Asazi Ukuthi Iyozala Nkomoni: Robert Mangaliso Sobukwe’s Historical Imagination of the Future’, Psychology in Society 50 (2016), 35-52.

(40) Zie bijvoorbeeld de Fetakgomo-beweging in Sekhukhuneland, https://www.fgtm.gov.za/fetakgomo/?q=background; P.N. Raboroko, ‘Manifesto for the Africanist movement’ [1959], in: From protest to challenge, 484-485. (41) Zie bijvoorbeeld Mogobe B. Ramose, African philosophy through Ubuntu(Mond Books and Publishers 1999), 111-115; S. Sesanti, ‘Afrocentric education for an African renaissance: Philosophical underpinnings’, New Agenda: South African Journal of Social and Economic Policy 62 (2016), 34-40; Motsamai Molefe, ‘Ubuntu and Development: An African Conception of Development’, Africa Today 66/1 (2019), 96–115.

Vertaling Evi Hoste & Merlijn Olnon; de Engelstalige versie van deze tekst werd op 5 februari 2023 in het Internationaal Theater Amsterdam (ITA) uitgesproken als de vierde ZAM Nelson Mandela Lecture. Zie hier voor meer informatie.