Advertentie
Princeton-university-press

Het leven gaat onstuitbaar zijn gang

Welke plaats heeft wat hier buitenlands nieuws heet eigenlijk in de levens van de mensen die er daadwerkelijk in leven? Er is een schril contrast tussen de stroom van nieuwsberichten uit de wereld en de representaties van de daarachter schuilgaande leefwerelden in boeken uit diezelfde buitenlanden. Literair vertalers Hanneke van der Heijden en Djûke Poppinga laten in hun rubriek ‘Aldaar’ zien hoe literatuur nieuwe, meer doorleefde perspectieven kan bieden op wat hier actualiteit heet.

Een paar jaar geleden stond er in de Volkskrant een bijzondere foto. Vier vrouwen in een bijna leeg landschap. Geen ongerepte natuur: je ziet een stukje van wat een hoge paal moet zijn, iets voor telefoonkabels of elektriciteitsleidingen misschien. Verder op de achtergrond piepen vanachter wat bosjes de puntdaken tevoorschijn van twee grotere gebouwen. We kijken, zegt het bijschrift, naar een terrein in een vluchtelingenkamp.

Op de voorgrond, gelijk over het vlak verdeeld, vier vrouwen. Rechts staat de oudste, geheel gekleed in het zwart. Links van haar drie jonge vrouwen. Een van hen loopt in een vaalrode jurk door het beeld. Een tweede komt half overeind uit het gras, je ziet haar groene broek. De derde zit schuin voorover gebogen op de grond. Moslimvrouwen kennelijk, want alle vier dragen ze een hoofddoek die ruim over de schouders valt.

Welke plaats heeft wat hier de actualiteit heet eigenlijk in de levens van de mensen die ze aan den lijve meemaken? Wat zijn de dingen die voor hen belangrijk zijn? Hoe zien hun levens er eigenlijk uit?

Het is een foto met een mooie vlakverdeling en een levendige compositie. Maar wat hem onvergetelijk maakt, is dat de vrouwen gieren van de lach. De vrouw in het zwart heeft haar hoofd in haar nek geworpen, haar ogen gesloten, je kunt haar geschater bijna horen. De vrouw met de groene broek lijkt ieder moment proestend weer terug te kunnen vallen in het gras. Degene op de grond zoekt steun bij de pollen.

Moslimvrouwen die het niet meer hebben van het lachen. Hoe vaak zien we dat eigenlijk in de krant, op de tv?

De fotograaf, Joost Conijn, werkte zich door een gat in de omheining bij een vluchtelingenkamp naar binnen. Het ging de kunstenaar niet om de ellende van de bewoners van het kamp, maar om wat ze doen, hoe ze hun dagen doorbrengen, hoe hun levens eruitzien. ‘In de schaduw van de actualiteit blijkt het leven onstuitbaar zijn gang te gaan’, staat er in de begeleidende tekst. Natuurlijk, denk je haast, hoe zou het anders kunnen?

Achter de koppen

Ik ben literair vertaler uit het Turks. Djûke Poppinga vertaalt uit het Arabisch. De laatste vijfentwintig jaar hebben we beiden literatuur vertaald uit een regio die dagelijks de kranten haalt: Turkije, het Midden-Oosten, Noord-Afrika. Iedereen kent de berichten, over vluchtelingendeals, over oorlogen en gewapende conflicten, over olie, water en islam, over inflatie en economische crises, over verkiezingen, coups, repressie.

Maar in de schaduw van de actualiteit gaat het leven onstuitbaar zijn gang.

Of misschien moeten we eerst andere vragen stellen: is wat hier, in West-Europa, de actualiteit heet, daar ook wel zo actueel? Welke plaats hebben al die gebeurtenissen in de levens van de mensen die ze aan den lijve meemaken? Wat zijn de dingen die voor hen belangrijk zijn? Hoe bepalen die hun kijk op hun omstandigheden, op de wereld, op het bestaan in het algemeen? Hoe zien, kortom, hun levens er eigenlijk uit?

In de jaren dat wij in Damascus en Caïro, Istanbul en Ankara woonden, waren Nederlandse vrienden die voor het eerst op bezoek kwamen vaak hogelijk verbaasd als ze uit de shuttlebus van het vliegveld stapten, de drukte van het Tahrir- of het Taksim-plein in. De levendigheid, de diversiteit, het dagelijks leven in de straten waar we woonden, en ook de discussies met collega-vertalers, uitgevers, redacteuren, de debatavonden en culturele bijeenkomsten – het toonde alles bij elkaar een heel andere wereld dan de wereld die onze bezoekers uit de Nederlandse kranten kenden.

Lost in translation

Literatuur, wordt vaak gezegd, is bij uitstek geschikt om te kijken naar het leven van de ander, om de wereld te zien door de ogen van die ander. Niet met de illusie dat we getuige zullen zijn ‘van de pure, authentieke discussie die een natie binnenshuis voert, volledig afgesloten van de buitenwereld, zoals je luistert naar een familieruzie bij de buren’, waarschuwt Orhan Pamuk ons in zijn bundel beschouwingen De andere kleuren al bij voorbaat. Zo’n afgesloten universum bestaat al lang niet meer, zoals de auteur ook geen vertegenwoordiger is van het land waar hij is opgegroeid.

Sinds 1938, toen de eerste Turkse roman in het Nederlands verscheen, in een vertaling van J.H. Kramers en Annemarie van den Bergh, zijn er zo’n honderdvijftig Turkse titels in het Nederlands vertaald. Ongeveer eenzelfde aantal boeken werd de afgelopen vijftig jaar vertaald uit het Arabisch. Daaronder bevinden zich onder meer titels van Nobelprijswinnaars en bestsellerauteurs Nagieb Mahfoez en Orhan Pamuk, ‘moderne klassiekers’ en kinderboeken ten behoeve van het onderwijs aan migrantenkinderen.

Ruim driehonderd vertalingen in een periode van vijfentachtig jaar, uit een regio met ruim vijfhonderd miljoen inwoners en een bloeiend cultureel leven, dat is niet veel. Het staat ook in schril contrast met de stroom van nieuwsberichten uit hetzelfde gebied.

Het betekent dat er vooral heel veel niet vertaald is. Zo is er maar weinig verschenen aan detectives, chicklit of andere ontspanningsliteratuur, is er weinig hedendaagse fictie in het Nederlands vertaald en bijna geen poëzie, al speelt die in de regio een grote rol. En vertaalde non-fictie is er ook nauwelijks: niet over al die thema’s waar in westerse kranten zoveel over wordt geschreven. En niet over algemene onderwerpen als de klimaatcrisis, de opkomst van kunstmatige intelligentie, of de ontwikkelingen in de psychiatrie – om maar een paar dwarsstraten te noemen.

Van de boeken die wel vertaald zijn, heeft een deel zijn weg in Nederland en Vlaanderen makkelijk kunnen vinden. Andere titels zijn bijna onopgemerkt gebleven of al snel in de ramsj beland – ook al zijn hun auteurs in eigen land zeer bekend. Neem de onlangs overleden Syrische schrijver Khaled Khalifa, een van de belangrijkste Arabische auteurs van dit moment. In de afgelopen tien jaar zijn er drie romans van hem in het Nederlands vertaald, die stuk voor stuk een beeld geven van wat zich op dit moment in Syrië afspeelt en hoe het voor mensen is om in Damascus, Aleppo, Homs of Hama te wonen. Wie kent hem? Wie heeft hem gelezen?

Natuurlijk, niet ieder boek dat een hit is in eigen land, zal het even goed doen in andere delen van de wereld. Sommige boeken zijn misschien te anders, sommige auteurs hier te onbekend. Dat laatste heeft overigens deels te maken met het feit dat uit het Arabisch en Turks vertaalde titels vaak nauwelijks in de publiciteit worden gebracht.

Maar er speelt nog een factor, die zeker zo belangrijk is, denken wij, namelijk dat deze landen meestal niet worden geassocieerd met literatuur, met een hedendaags cultureel debat. Wie denkt er bij Syrië of Gaza aan romans, wie heeft er een idee van het literaire klimaat, het culturele leven in Turkije? Het is het bijeffect van de sterke nadruk op nieuws en actualiteiten wanneer het over deze regio gaat.

Een nieuwe rubriek

Hoog tijd dus, vinden wij, voor een nieuwe rubriek, een rubriek waarin we berichten over het literaire en culturele leven in de Turkse en de Arabische wereld. Want dat leven is er wel degelijk, al lezen we er niet vaak over. In de toekomst breiden we het Turkse en Arabische taalgebied mogelijk uit met bijdragen van collega’s over andere taalgebieden waarover we zo vaak in de krant lezen, maar waarvan we de literatuur en cultuur zo slecht kennen. Dat alles in de hoop een context te bieden bij wat er is vertaald, en ruimte te scheppen voor wat de moeite waard is om te vertalen. Maar meer nog dan dat willen we laten zien dat het culturele debat zich niet alleen afspeelt in West-Europa en Amerika. En, hoe zalvend dat ook mag klinken, te luisteren naar stemmen in een ander deel van de wereld. Want natuurlijk zijn nieuwsfeiten, cijfers en statistieken belangrijk, maar wat weten we eigenlijk van mensen als we verbaasd zijn hen te zien lachen?

Beeld: Bilge Karasu met kat. Foto getoond op de expositie bij het symposium (foto: Hanneke van der Heijden)