2017#5 (oktober / november)

Kunst & Literatuur

boekencultuur

De piramide en de boom: het uitgeefconcern en de literaire uitgeverij

door Maarten Asscher

Uitgeverijen lijken geobsedeerd door wat de toekomst voor ze in petto heeft. Iedere nieuwe technologische ontwikkeling brengt de sector opnieuw in verwarring, terwijl de uitgeverij aan haar reeds vijfhonderd jaar durende geschiedenis toch het nodige zelfvertrouwen zou kunnen ontlenen. Wat schort er aan het zelfbeeld van de uitgeverij? Door Maarten Asscher.
poëzie

‘Goeiemôre Suid-Afrika, ons moet opstaan en aangaan.’ Nieuwe stemmen in de Zuid-Afrikaanse poëzie

door Alfred Schaffer

Maatschappelijke en politieke onderwerpen als gender, culturele toe-eigening, dekolonisatie en het slavernijverleden bepalen in toenemende mate het publieke debat in Nederland. In het bij uitstek multiculturele Zuid-Afrika (met elf officiële talen) staan ras, dekolonisatie en klasse natuurlijk al veel langer hoog op de publieke agenda. Resoneren zulke discussies ook in de literatuur, en hoe? Antjie Krog, Marlene van Niekerk, Lesego Ram-polokeng, Gabeba Baderoon, Rustum Kozain – veel Zuid-Afrikaanse dichters schrijven, meer of minder uitgesproken, over de toestand van het landen de eigen precaire politieke, maatschappelijke positie, of die van de medemens. Maar hoe is het gesteld met de jonge en nieuwe Zuid-Afrikaanse dichters, waarover hebben zij het? Een kleine bestekopname.
essays

Cézanne & Zola: kunst, vriendschap en geschiedenis

door Margot Dijkgraaf

‘Van 1852 tot 1858 waren Paul Cézanne en Émile Zola klasgenoten en onafscheidelijk’, staat er op de gevel van het Lycée Mignet in Aix-en-Provence. Daarop volgt een citaat van Zola: ‘we waren vrienden, we droomden van liefde en roem’. Op deze school, het vroegere Collège de Bourbon, in 1603 opgericht door Henry IV, leerden ze elkaar kennen en begon een uitzonderlijke vriendschap die zo’n halve eeuw duurde en tot op de dag van vandaag intensief wordt bestudeerd. Onlangs verscheen bij Gallimard Lettres croisées, een bundeling van hun correspondentie van de periode 1858-1887. Het veroorzaakte opwinding onder kunsthistorici. Aanleiding: één briefje van 28 november 1887, van Paul Cézanne aan Émile Zola.

Wetenschap & Wij

taal

De schoenste weurd van de werreld: meertaligheid in Nederland

door Berthold van Maris

Men zegt weleens dat in geglobaliseerd en gedigitaliseerd Nederland de taalverloedering hoogtij viert. Onzin, vindt Berthold van Maris. Aan de hand van twee recente dialectgeschiedenissen, die van het Gronings en die van het Limburgs, laat hij zien hoezeer taalmutatie en invloeden van andere talen al eeuwenlang bij het Nederlands horen.
gezondheid

Homo homini deus est: de jacht op het eeuwige leven

door Jaap Goudsmit

Wij leven in een tijd waarin het lijkt alsof de mens almachtig is en over de natuur heeft gezegevierd. De gedachte lijkt post te hebben gevat dat we niet meer hoeven te voldoen aan de wetmatigheden van de natuur, dat de darwinistische evolutie van de mens trager verloopt dan we ons kunnen veroorloven en door ons getweaked zou moeten worden. Ondertussen brachten we een parallelle, virtuele wereld tot stand: we verbonden iedereen met iedereen via smartphones en stelden onszelf in staat elke speld – fake of niet – uit de hooiberg van informatie te vissen. Maar er blijft één wet waaraan de mens maar niet lijkt te kunnen ontsnappen: iedere mens die ooit geboren werd, is ook gestorven – en het is de vraag of dat ooit anders wordt, hoe rijk je ook bent.
biologie

Mens tussen micro en macro

door Geerdt Magiels

In de Nederlandse Boekengids 2017#1 besprak Lennaert Huiszoon in zijn bijdrage ‘Lussen of snaren? Op zoek naar kwantumzwaartekracht’ aan de hand van het werk van Carlo Rovelli de laatste theoretische inzichten in wat het heel kleine zou kunnen verbinden met het heel grote – lus- of snaartheorie, of een combinatie van beide. Geerdt Magiels vraagt zich nu af wat wij mensen daarmee aan moeten. Brengt het ons dichter bij die eeuwige vraag ‘wie ben ik?’ Niet op deze manier. Maar door de ideeën van Rovelli te koppelen aan het werk van neurofarmacoloog Susan Greenfield komen we al een heel eind.
biologie

Betoverende gelijkenissen: over de fascinatie met patronen in de hedendaagse neurocultuur

door Stephan Besser

Het hoofdpersonage van Yves Petry’s roman Liefde bij wijze van spreken (2015) kijkt in een gracht en ziet een brein: ‘Ik liet mijn blik ontspannen over het water glijden. Het wiegende web van fonkelingen deed denken aan een brein in actie: dendrieten van licht, gedragen door een grijze massa, vormden wisselende patronen die kwamen en gingen als gedachten, golven, dromen.’ In Petry’s roman is dit niet meer dan een terloopse vergelijking, maar ze zegt veel over de verbeelding van de hersenen aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Dit brein op de golven is plastisch en voortdurend in beweging. Het kent geen duidelijk afgebakende regio’s en vaste structuren, maar bestaat uit variabele verbanden tussen neuronen, die, dat zouden neurowetenschappers beamen, in een fMRI-scanner fonkelend kunnen oplichten als de golven in de Amsterdamse grachten op een zonnige dag.
klimaat

Jørgen Randers, voorbij de grenzen aan de groei

door Alexander Nieuwenhuis

Vijfenveertig jaar geleden maakte Jørgen Randers deel uit van de Club van Rome, die een einde aan de economische groei voorspelde en de klimaatverandering onherroepelijk boven aan de politieke agenda plaatste. Hoe denkt Randers nu over groei, klimaatverandering, politiek en de toekomst? Alexander Nieuwenhuis interviewde hem tijdens zijn bezoek aan Nederland. 

Politiek & Maatschappij

publieke ruimte

Shenzhen en de verstedelijking van China

door Arnoud Stavenuiter

In maart van dit jaar bereikte China een mijlpaal: maar liefst honderd steden in het land telden een miljoen of meer inwoners. De verwachting is dat er over acht jaar 221 miljoenensteden zullen zijn, waarin zo’n zeventig procent van de Chinese bevolking zal wonen. Het leeuwendeel van die steden zal ons westerlingen niet bekend in de oren klinken. Quanzhou? Zeven miljoen inwoners. Chongqing? Elf miljoen. Als twee pas afgestudeerde ontwerpers wilden wij deze ontwikkeling zelf ervaren – en er een graantje van meepikken. Twee jaar geleden vertrokken wij naar een stad die hier nog amper bekend is, maar in China symbool staat voor de ongekende verstedelijking: Shenzhen. Deze boomtown is sinds haar stichting nog geen veertig jaar geleden een magneet voor bouwers, vernieuwers en pioniers van allerlei slag. Officieel telt ze twaalf miljoen inwoners, maar inclusief ongeregistreerde migranten zullen het er meer dan twintig miljoen zijn. Uitgesmeerd tussen de beboste heuvels aan de grens met Hongkong vormt Shenzhen het resultaat van een sociaaleconomisch experiment zonder weerga: een (bijna) vrijemarkteconomie binnen socialistisch China. Een architectenbureau aldaar dacht nog wel twee kneedbare Nederlanders te kunnen gebruiken. Door Arnoud Stavenuiter en Bert Oostdijk.
economie

Karl Polanyi, de grote transformatie

door Tom Kayzel

Karl Polanyi’s meesterwerk The Great Transformation spreekt drieënzeventig jaar na publicatie nog altijd tot de verbeelding. Naar verluid is het een van de favoriete boeken van de in ongenade gevallen oud-IMF-directeur Dominique Strauss-Kahn, maar het wordt net zo makkelijk aangehaald door anarchist, antropoloog en Occupy-activist David Graeber. Toch geniet het boek in Nederland maar matige bekendheid. Reden te meer om dit werk eens in perspectief te plaatsen aan de hand van een intellectuele biografie en een analyse van Polanyi’s andere werk.
liberalisme

De naoorlogse liberale wereldorde?

door Boyd van Dijk

De naoorlogse liberale wereldorde staat op instorten, hoor je steeds vaker. De Britten stappen uit de Europese Unie, Washington keert zijn rug naar de wereld, internationale instituties zitten in zwaar weer en populisten in Europa ondermijnen de rechtsstaat. Een spook waart door Europa – het spook van de antiliberale Internationale.

Toen & Nu

geschiedenis

Oorlog, verrijking, vrijspraak?

door Frans W. Saris

De Duitse fysicus en Nobelprijswinnaar Werner Heisenberg en Nederlands beroemdste en beruchtste kerngeleerde Jaap Kistemaker werden ervan verdacht aan Hitlers atoombom te hebben gewerkt. Hun Nederlandse collega Sam Goudsmit werd door de Amerikanen op onderzoek uitgestuurd. Hij constateerde al voor het einde van de oorlog dat er van een Duitse atoombom geen sprake was. Toch bleven de beschuldigingen Heisenberg en Kistemaker hun hele leven achtervolgen. Ook in twee recente biografieën komen de affaires Heisenberg en Kistemaker weer aan de orde, maar wordt hun nu ook recht gedaan?
Advertentie
Princeton-university-press