2018#1 (februari / maart)

Kunst & Literatuur

essays

Meisjes en merries: over de betekenis van prijzen

door Ineke Sluiter

In elke maatschappij bestaan er regimes van lof en blaam, van prijzen en kritiek uitoefenen. Dat kan vriendelijke of verontrustende vormen aannemen, maar het gaat steeds om instrumenten waarmee een samenleving het gedrag van haar leden een zetje in de gewenste richting probeert te geven, een ‘nudge’ geeft, of waarmee zij onwenselijk gedrag probeert te ontmoedigen. Soms gaat dat informeel, via complimentjes bijvoorbeeld. Een kind komt op voor een ander kind op het speelplein en de ouders of leerkrachten zeggen: ‘Dat was moedig van je!’ Een definitie geven van ‘moed’ is al een probleem sinds Socrates, maar ‘moedig’ is in elk geval een term die gedrag op een positieve manier evalueert. Als je zegt ‘dat was moedig’, dan zeg je ook: ga zo door! Als je zegt ‘dat was laf’, bedoel je ook: dat moest je maar niet nog eens doen. Realiseren we ons dat altijd? Misschien niet, maar in tijden van grote stress blijkt dat we gevoelige intuïties hebben over deze rol van evaluatief taalgebruik.
essays

Samenleven in vijf stellingen

door Merlijn Olnon

Tijd: najaar 1991. Plaats: De Biels, de kantinekelder van het Hervormd Lyceum Zuid te Amsterdam. Handeling: een groepje vrienden tegen Ton, de uitbater, ‘Maar dat kun je niet zeggen!’ Onderwerp: zijn uitspraak dat Turken en Marokkanen grote gezinnen stichten voor de kinderbijslag en met voorrang huizen en banen krijgen. Wij: een stel progressieve tieners uit Zuid. Hij: gezinsman en kleine ondernemer uit Amsterdam Oud-West. Uitslag: patstelling.
roman

De gruwelijke dood van een oude, onschuldige, eenzame Nederlandse vrouw

door Rodaan Al Galidi

Magda Huisjes was een streng christelijke vrouw. Ze had haar hele leven in hetzelfde huis gewoond, waar ze ook geboren was. Toen haar moeder op eenennegentigjarige leeftijd overleed, erfde ze het huis. Ze was toen zeventig. Er was boven geen douche, alleen een wastobbe. Dat illustreerde hoe oud het sombere huis was, en het leven dat zich daar afspeelde. Een week na de begrafenis kocht Magda Huisjes een televisie. Toen haar moeder nog leefde was dat onmogelijk geweest. Nooit ging Magda op vakantie, niemand kon zelfs bevestigen dat ze ooit buiten het dorp was geweest. Ze leek ook erg op haar moeder, ze was net zo stabiel en had financieel alles goed op orde. Het was een sober bestaan, maar ze had precies genoeg geld, niets meer en niets minder dan nodig. Woorden als vakantie, museum, restaurantje, theater, weekendje weg kwamen in haar leven niet voor. Op een dag gebeurde er iets in het leven van Magda Huisjes: in het huis tegenover het hare kwam een zwarte man wonen.
essays

‘Leer je buren kennen’

door Natascha van Weezel

Zesentwintig Amsterdamse roc-studenten van een jaar of zeventien lopen verwonderd het gebouw van de Liberaal Joodse Gemeente binnen – eerst langs een politiehokje, vervolgens door een hek, dan door een dubbele sluis met camera’s waar ze hun spullen moeten afgeven, allemaal beveiligingsmaatregelen. Ik wacht hen op in de grijze hal; vandaag sta ik voor de klas. Ik ben een van de trainers voor 'Leer je buren kennen', een project met het doel antisemitisme tegen te gaan. De leerlingen mogen anderhalf uur lang vragen stellen over het jodendom en een kijkje nemen in de synagoge – de meesten zijn er nog nooit geweest. In de sessies verplicht ik de tieners dus in zekere zin om met mij in dialoog te treden; een paradoxale situatie, want vanzelfsprekend vereisen gesprekken wederzijdse instemming. Maar waar het gaat om gevoelige onderwerpen, ben ik ervan overtuigd dat vrijblijvendheid geen optie is: samenleven moet je leren, en is te belangrijk om aan het toeval over te laten.
essays

Tussen amateurs en wetenschappers gezelschappen en academies, toen en nu

door Kristof Smeyers

De wetenschappelijke revolutie baarde de beroepswetenschapper en de wetenschappelijke instelling. Wetenschap werd geprofessionaliseerd en kreeg een nieuwe biotoop: laboratoria, universiteiten, onderzoekscentra. Voor de amateur zette zo langzaam het einde in. Althans, zo klonk het lang in de geschiedenisboeken. Maar wetenschapsbeoefening bleef in allerlei idiosyncratische gedaanten bestaan. Hobbygenootschappen, debatclubs, heemkundige kringen, verzamelcollectieven: in de praktijk ontwikkelden zij zich parallel aan, en vaak in dialoog met, de professionalisering van de wetenschappen. De amateur volhardde.
poëzie

Modder en Heroïek

door Piet Gerbrandy

Vroeger was oorlog normaal. Niet dat alle deelnemers er voortdurend van genoten, maar vechten behoorde nu eenmaal tot het leven en je kon ermee laten zien hoe sterk, dapper en edelmoedig je was. De tentoonstelling over Nineveh in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden wekt de indruk dat Assyrische vorsten in de zevende eeuw v.Chr. niets liever deden dan naburige steden belegeren en met de grond gelijkmaken, waarna de plaatselijke bevolking werd afgeslacht of gedeporteerd. In ronkende inscripties werden dergelijke overwinningen bezongen als evenzovele bewijzen van superioriteit. In epische teksten als de Ilias, de Edda en het Chanson de Roland komt de tragische kant van het oorlogvoeren zeker aan de orde, maar dat doet weinig af aan het ideaal van heldhaftigheid.
oeuvre

Blinde vlekken zien: Teju Coles mystiek van de waarneming

door Harm Hendrik ten Napel

De Amerikaanse schrijver, fotograaf en kunsthistoricus Teju Cole werkt aan een genrematig divers, maar daardoor niet minder consistent oeuvre. Betekenisgeving gaat in het werk van Cole altijd gepaard met blinde vlekken: een hoofdpersonage dat met zijn scherpe waarnemingsvermogen verbindingen legt, blijkt blinde vlekken te hebben, evenals de schrijver zelf, zo blijkt uit essayistische reflecties op zijn schrijfproces. Zelfs het fotografisch werk van de auteur vertoont ze. Harm Hendrik ten Napel loopt de blinde vlekken in het oeuvre van Teju Cole na, en voorziet ze van betekenis.
boekencultuur

‘We publish what matters to us’: The New York Review of Books onder leiding van Ian Buruma

door Maite Karssenberg

Het eerste werkbezoek van de Nederlandse Boekengids aan de New York Review of Books vond plaats in april: hoofdredacteur Merlijn Olnon bezocht de uitgeverij en de redactie, die toen nog nauwelijks bekomen waren van de dood van oprichtend hoofdredacteur Robert (Bob) Silvers.* Inmiddels is ‘the Bob era’ definitief voorbij en zit opvolger Ian Buruma stevig in het zadel. Redacteur Maite Karssenberg zocht hem en de redactie op voor een vervolgbezoek.

Toen & Nu

geschiedenis

Van oude en nieuwe Fransen: onder existentialisten en declinisten

door Henk Wesseling

Toen ik in de zomer van 1955 op het Gare du Nord uit de trein stapte voor wat mijn eerste bezoek aan Parijs zou worden, maakte zich terstond een licht gevoel van opwinding van mij meester. Ik liep kordaat naar het metrostation om daar, zoals ons geleerd was, een ‘carnet de dix’ te bestellen, het eindpunt van de metrolijn op te zoeken (Porte d’Orléans) en bij de juiste halte (Odéon) uit te stappen. Eenmaal boven de grond bevond ik me in het hart van Saint-Germain-des-Prés, de buurt die met de cafés Les Deux Magots en Flore, waar Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir hun boeken schreven, toen eerst en vooral de ‘chasse gardée’ van de existentialisten was. Door Henk Wesseling.
geschiedenis

Machiavelli, een levende zestiende-eeuwer

door Rob Hartmans

De ene slechte reputatie is de andere niet. De enigszins geïnformeerde lezer weet dat Friedrich Nietzsche geen nazi avant la lettre was en dat Karl Marx niet volledig verantwoordelijk kan worden gehouden voor de wandaden van de totalitaire regimes die zichzelf marxistisch noemden. Niet iedereen is een bewonderaar van deze negentiende-eeuwers, maar de auteurs die over hen schrijven hoeven doorgaans niet uitgebreid uit te leggen dat de slechte reputatie die zij in sommige kringen hebben sterk overdreven is.

Wetenschap & Wij

wetenschapsbedrijf

Consilience. Een eerbetoon aan John Neubauer

door Frans W. Saris

‘The meaning of humanity is too important a subject to leave to the humanities.’ De openingszin van Edward O. Wilson’s Darwin’s Bridge klinkt niet erg bemoedigend. Wat is er terechtgekomen van zijn wensdroom over Consilience: The Unity of Knowledge uit 1998? Kunnen we na twintig jaar zeggen dat het Wilson en gelijkgestemden is gelukt C.P. Snows ‘twee culturen’ samen te smeden tot één cultuur? Dat is de vraag die achttien natuur- en geesteswetenschappers, vrienden en collegae van Wilson, zich stellen in de essaybundel Darwin’s Bridge: Uniting the Humanities and Sciences.

Politiek & Maatschappij

economie

Literatuur voor economen (en vice versa?)

door Paul Teule

De gedragseconoom Richard Thaler kreeg onlangs nog de Nobelprijs voor de economie omdat hij ‘menselijke’, oftewel irrationele elementen heeft weten te incorporeren in modellen. Daarmee is het theoretische, op rationele modellen gebaseerde kader nog steeds intact: we handelen misschien wel irrationeel, maar wel op systematische en voorspelbare wijze. En incentives (‘prikkels’) sturen nog steeds ons gedrag, al spreekt men nu van nudges (‘duwtjes’). Maar wat Gary Saul Morson en Morton Schapiro laten zien – via literaire werken die ons dit laten invoelen – is juist hoe volkomen onvoorspelbaar mensen zich gedragen; hoe ze breken uit de patronen waar we ze in persen.
economie

Six days in September: een Brexit avant-la-lettre

door Roel Janssen

‘Sell sterling!’ gierden de orders door de dealingrooms. Meedogenloos vielen de valutahandelaren het Britse pond aan. Terwijl de financiële markten ponden dumpten, was de Bank of England als enige tegenpartij bereid ze te kopen. In het eerste halfuur van de handel gooide de Bank of England twee keer zeshonderd miljoen van haar valutareserves in de strijd om het pond te redden. Om halfelf stond de teller op tien miljard.
cultuurkritiek

I Can’t Get No Satisfaction (en dat wil ik ook helemaal niet)

door Lisa Doeland

De ‘spinner’ die mijn dochter een maand of vier geleden trots van haar eigen geld kocht, heeft ze alweer drie maanden niet aangeraakt. Het was al haar tweede exemplaar, het eerste raakte na een paar dagen zoek. Deze mocht ze nog kopen, maar ‘daarna is het klaar’, zei ik, ‘al zit er nog geld in je spaarpot voor vier andere spinners!’
publieke ruimte

Het agro-industrieel complex: een wereldwijde ramp en wat eraan te doen

door Jelle Reumer

Het is een wrang toeval: in de week dat ik dit essay schrijf, barst er een kleine mediastorm los over een artikel in het wetenschappelijke tijdschrift PLoS One over de teloorgang van de Europese insectenfauna. Wat bleek: ruim driekwart van de biomassa aan vlinders, vliegen, bijen, hommels en ander vliegend zespotig gedierte is zoek. Spoorloos, alsof de diertjes en masse naar betere oorden zijn vertrokken. Twee weken eerder kwam het tijdschrift Science met een welhaast nog schrikbarender onderzoeksresultaat. Een groep Zwitserse wetenschappers had vrienden, familieleden en collega’s gevraagd om potjes honingmee te nemen van over de hele wereld. Ze analyseerden er 198, afkomstig van alle continenten, van Curaçao tot Nieuw-Zeeland, van België tot Japan, en stelden vast dat in driekwart van die potjes zoetigheid neonicotinoïden zaten. Weliswaar bleef het in de meeste gevallen onder de grenswaarde van 50 nanogram gif per gram honing; in een Duits en in een Pools potje zat simpelweg te veel.
Advertentie
Princeton-university-press